Zonnestelsel
Ons zonnestelsel bestaat uit planeten, manen, kometen en ruimtepuin die allemaal in een omloopbaan om de zon draaien en het zonnestelsel zelf draait met een snelheid van 250 kilometer per seconde of 900.000 kilometer per uur om de kern van het melkwegstelsel.

Ons zonnestelsel is al 4.600 miljoen jaar oud, sinds het ontstond uit een gigantische, ronddraaiende wolk van gas en stof.


Ontstaan van het zonnestelsel

Eerst ontstond midden in de wolk, die zich samentrok, een protoster of gasbol.
Binnenin deze protoster liep de temperatuur en de druk steeds verder op.

Tot er een kernfusie ontstond waarbij waterstof tot helium werd omgezet en er veel energie vrij kwam. Er ontstond een ster, de zon.

Daaromheen draaide een schijf van overgebleven materiaal, waaruit zich na ongeveer honderd miljoen jaar een aantal planeten vormden, die in een stabiele omloopbaan om de zon draaiden.

Het zonnestelsel was ontstaan.


De zon, de acht planeten en de grote dwergplaneten van het zonnestelsel

De zon, het zwaarste object in ons zonnestelsel, heeft de grootste zwaartekracht en houdt de groep bij elkaar.

Mercurius, Venus, de aarde en Mars liggen het dichtst bij de zon.
Ze worden de binnenplaneten genoemd.

De andere planeten liggen verder weg.
Ze worden de buitenplaneten genoemd.

Stel je het zo voor: als de zon een voetbal is, dan is Mercurius een speldenknop op tien stappen afstand.
De aarde ligt zestien stappen verder met de maan op een duim afstand.

Jupiter ligt 209 stappen verder en Pluto maar liefst 884 stappen.

Voorbij Pluto draait "de tiende dwergplaneet" Eris, die op 29 juli 2005 werd ontdekt.
Eris is een ijsdwerg.

Langgeleden zag het zonnestelsel er waarschijnlijk heel anders uit dan nu.
Waarschijnlijk stonden Jupiter en Saturnus andersom dan nu.

Uranus en Neptunus zijn in de afgelopen paar miljard jaar naar buiten bewogen en hebben volgens berekeningen van astronomen ook met elkaar gewisseld, ooit was Uranus dus de buitenste van de twee.

Deze veranderingen vinden nog steeds plaats, ook al is het wel in een onvoorstelbaar traag tempo.
Niemand weet precies waar Jupiter zich over een paar honderd miljoen jaar zal bevinden en of Mercurius niet een keer uit het zonnestelsel wordt geslingerd.

Er bevinden zich minstens 100 manen in ons zonnestelsel.

Miljarden ruimtekeien en planetoïden draaien tussen Mars en Jupiter om de zon, dit is de planetoïdengordel.
Dit is overgebleven materie dat niet door de planeten werd ingevangen.

Planetoïden die op aarde afkoersen noemen we NEA's - Near-Earth Asteroids - ofwel planetoïden, die dichtbij de aarde komen, sterrenkundigen schatten dat er 2000 NEA's zijn, met een doorsnede groter dan een kilometer.


Planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter

Verder weg, voorbij Neptunus en Pluto, bevindt zich de Kuipergordel, een wolk (band) van ijsachtige ruimteobjecten, dit zijn onder andere overgebleven planetoïden en kometen uit de vorming van ons zonnestelsel.

In de Kuipergordel bevinden zich minstens 70.000 objecten met een doorsnede van meer dan 100 kilometer.

Eén van de grootste objecten in de Kuipergordel, die voornamelijk uit ijzige objecten bestaat, heeft een officiële naam gekregen, Makemake.

Dit object, vroeger 2005 FY9 genoemd, vergezelt Pluto en Eris in de categorie van plutoïden.
Ze is ongeveer een derde kleiner dan Pluto en één van de helderste objecten uit de Kuipergordel.

De naam Makemake behoort tot de god die de mensheid heeft gecreëerd, volgens de cultuur van de oorspronkelijke bevolking van het Paaseiland.


De Kuipergordel (Kuiper Belt in het Engels)

Nog verder weg bevindt zich de uitgestrekte, bolvormige Oortwolk, die bestaat uit vele miljarden kometen.
Deze wolk bevindt zich op een afstand van ongeveer 1 tot 2 lichtjaar vanaf de aarde.

De bolvormige ruimte die een melkweg omringt wordt ook wel halo genoemd.
Binnen deze ruimte heeft de zwaartekracht van de melkweg nog steeds invloed.

In de halo bevinden zich bolvormige sterrenhopen.


De Oortwolk