De maan
Ontstaan Lagen & Atmosfeer Ruimtevaart Telescopen
De maan is de natuurlijke satelliet van de aarde.

Ze cirkelt op een afstand van 384.400 kilometer om de aarde heen en heeft een doorsnede van 3474,2 kilometer.
Ze draait in 27 dagen en 7 uur één rondje om de aarde.

De maan is een koude, levenloze, stenen bal, ze is vier keer zo klein als de aarde, heeft geen dampkring of vloeibaar water en haar oppervlak is bedekt met kraters.

De temperatuur loopt overdag op tot 117 °C en zakt 's nachts tot - 173 °C.


De vlekken die we op de maan zien, noemen we zee of mare, dit zijn donkere gebieden, die bestaan uit vulkanische lava, de lichtere gebieden zijn ouder, hoger land.

Net als de planeten geeft de maan zelf geen licht.
Dat je hem als een lichte bol of sikkel ziet, komt doordat er zonlicht op de maan valt.
Zo lijkt het alsof de maan zelf licht geeft.

De maan is waarschijnlijk 4,5 miljard jaar geleden ontstaan, toen een hemellichaam ter grootte van Mars op de jonge aarde insloeg.


De maan past 3,5 keer in de aarde

Gesmolten gesteente van de twee hemellichamen werden de ruimte ingeslingerd.
Dit gesteente klonterde samen en hieruit is waarschijnlijk de maan ontstaan.

Op 21 juli 1969 landde de Apollo 11 op de maan, de astronaut Neil Armstrong stapte als eerste mens op de maan, gevolgd door Edwin Aldrin. Deze historische gebeurtenis werd op de televisie gevolgd door miljoenen mensen.