Oerknal
De meest bekende verklaring over het ontstaan van de heelal is dat, uit een speldenpunt waarin alle materie was samengeperst, het heelal is ontstaan door middel van een grote knal (oerknal).

Dit gebeurde binnen een heel klein deel van een seconde, waarin het heelal van kleiner dan een atoom tot groter dan een sterrenstelsel uitgroeide.


De oerknal heeft bijna 14 miljard jaar geleden plaatsgevonden.
In die explosie ontstond niet alleen al het materiaal, maar ook ruimte en tijd.

Drie minuten na de oerknal was de temperatuur gedaald tot 1 miljard graden Celsius.
Het heelal bestond voor 77% uit waterstof en 23% uit helium en een klein beetje lithium.

Terwijl het heelal groter werd koelde het af en werd het minder dicht.
Hierdoor konden elektronen en kerndeeltjes samenklonteren tot elektrisch neutrale atomen.
Zo'n 300.000 jaar na de oerknal werd het heelal doorzichtig.


Tijdlijn van het ontstaan van het heelal sinds de oerknal

Na nog eens 300 miljoen jaar vormden waterstof en helium slierten, daarna werden dit stofwolken.

Toen het heelal 1 miljard jaar oud was ontstonden uit deze wolken de eerste sterren en sterrenstelsels.

Het heelal blijft nog steeds veranderen en afkoelen.
De meeste astronomen denken dat dit nog tientallen miljarden jaren zo zal doorgaan.

Maar waarom is die speldenpunt uit elkaar geknald?


In de moderne natuurkunde, de kwantummechanica, leren we dat energie eventjes spontaan, uit het niets, geleend kan worden.

Net na het ontstaan van het heelal zijn de omstandigheden zo extreem, dat we met onze kennis van de natuur nog niet kunnen begrijpen, hoe dat precies gegaan is.

Zodra het heelal een miljardste van een seconde oud was en ook daarna, kunnen we goed begrijpen, hoe het zich verder ontwikkeld.

Er wordt hard gewerkt om ook het allereerste stukje te kunnen begrijpen en verklaren.