Lagen & Atmosfeer van de Aarde - Nieuwsarchief
SKA in Australië
7 juli 2014


In 2018 wordt de grootste en krachtigste radiotelescoop ter wereld gebouwd, deels met Nederlands geld.
De Square Kilometre Array moet vanaf 2020 beelden produceren uit de tijd waarin de oudste sterren en sterrenstelsels ontstonden.
Het Nederlandse ASTRON is betrokken bij de ontwikkeling van de telescoop.

SKA
SKA, the Australian

In Chili werd twee weken nog een bergtop opgeblazen om daar de grootste optische telescoop ter wereld neer te kunnen zetten.
De 3000 meter hoge 'Cerro Armazones' werd zo ineens een stuk lager. De European Extremely Large Telescope heeft een spiegel
van 39 meter doorsnede en gaat planeten rond andere sterren, donkere materie en grote zwarte gaten bestuderen.



E-ELT gestart
21 juni 2014


Met een druk op de knop zijn de werkzaamheden voor het plaatsen van de European Extremely Large Telescope (E-ELT)
in Chili begonnen. De top van de 3000 meter hoge berg Cerro Armazones in de Atacama-woestijn is opgeblazen,
op deze manier werd 5000 kubieke meter gesteente losgemaakt om de top vlak te maken.

Hier wordt na het verwijderen van het gesteente en zand (220.000 kubieke meter) een platvorm gemaakt van 150 bij 300 meter
waarop de 39-meter optische/infraroodtelescoop en zijn enorme koepel komt te staan.

De werkzaamheden zijn in maart 2014 begonnen en zullen ongeveer 16 maanden duren.
Er wordt ook een verharde weg en een dienstgeul naar de top aangelegd.

Het is de bedoeling dat de E-ELT, de grootste ter wereld, in 2024 zijn eerste licht opvangt.

E-ELT ESO Cerro Armazones
E-ELT ESO, Cerro Armazones, ESO.org

Astronomen spreken van het grootste oog ter wereld dat op de hemel wordt gericht.

Met behulp van de telescoop willen wetenschappers planeten rond andere sterren,
sterrenstelsels, donkere materie en grote zwarte gaten gaan onderzoeken.

Ook hopen de onderzoekers de snelheid te kunnen meten waarmee het universum uitdijt.

E-ELT Cerro Armazones
E-ELT, Cerro Armazones



Lichtende nachtwolken nemen toe
23 april 2014


Onderzoek met satellieten (waaronder de in 2007 gelanceerde NASA-missie AIM) laten zien
dat lichtende nachtwolken tussen 2002 en 2011 flink zijn toegenomen.
Dit heeft te maken met lagere temperaturen op grote hoogte, 75 tot 85 kilometer, boven het aardoppervlak.

Onderzoekers denken dat er een verband is met de veranderlijke hoeveelheid energie en warmte die de zon
tijdens haar 11-jarige zonnecyclus uitzendt. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of deze zonnecyclus een verklaring kan zijn
voor de afkoeling die de hoge atmosfeer in de periode 2002-2011 (van maximum naar minimum) heeft laten zien.

Tijdens het zonneminimum warmt de zon de atmosfeer minder op en zou men afkoeling verwachten.
Of is het temperatuurverschil in de hoge en lagere atmosfeer een veranderingen in het aardse klimaatsysteem.

Lichtende nachtwolken zijn zilverachtige wolkenslierten die laag boven de noordelijke horizon oplichten als de zon al onder is.
In Nederland valt dit in de periode van mei-juli.
Het verschijnsel is alleen waarneembaar als de zon niet ver onder de horizon zakt.

Ontstaan nachtwolken
Ontstaan nacht wolken (NASA, Night-shining clouds of Nocticucent clouds)

Het ontstaan van lichtende nachtwolken moet aan drie voorwaarden voldoen: zeer lage temperaturen, waterdamp en stofdeeltjes (afkomstig van meteorieten of vulkaanuitbarstingen).
De stofdeeltjes dienen als deeltjes waaraan de waterdamp kan vastvriezen, waterijs. De eerste waarnemingen van lichtende nachtwolken zijn gezien bij de polen in 1885.
Maar in de jaren erna, werden ze ook steeds vaker op lagere breedtes (tussen de 40 en 50 graden noorderbreedte) waargenomen.

Night Shining Clouds
Night Shining Clouds, Pekka Parviainen (Finland)



Radiotelescoop LOFAR vindt nieuwe pulsars
21 november 2013


De Nederlandse radiotelescoop LOFAR heeft twee nieuwe pulsars ontdekt.
Pulsars zijn snel rond hun as tollende neutronensterren, de overblijfselen van
zware sterren die door een supernova-explosie aan hun einde zijn gekomen.

De zwakke, maar snel flitsende radiobronnen zijn ontdekt tijdens de eerste opwarmrondes van de zoektocht
naar nieuwe pulsars met LOFAR. Het resultaat wordt beschreven in het proefschrift dat astronoom
Thijs Coenen op 20 november verdedigt aan de Universiteit van Amsterdam.

De radioflitsen van pulsars ontstaan doordat deze neutronensterren al rondtollend bundels radiostraling uitzenden,
ongeveer net zoals een vuurtoren dat doet. Pulsar-signalen bevatten veel informatie over het gedrag van zwaartekracht
en materie onder extreme omstandigheden, die niet op aarde zijn na te bootsen, en worden daarom beschouwd
als een straalverbinding met een kosmisch laboratorium.Tot nu toe zijn tweeduizend van deze objecten ontdekt.
Astronomen gaan er van uit dat er alleen al in onze Melkweg 50.000 actieve pulsars moeten zijn.

LOFAR nieuwe pulsar 18 november 2013
LOFAR vindt nieuwe pulsars 18 november

LOFAR is een radiotelescoop in het noordoosten van Nederland, ontworpen en gebouwd door ASTRON, en samenwerkt met andere Europese landen. De telescoop bestaat uit een netwerk van duizenden kleine antennes, die via een groot glasvezelnetwerk met een supercomputer zijn verbonden. LOFAR kan worden gezien als de voorloper van de toekomstige Square Kilometre Array (SKA).

De eerste resultaten van het onderzoek laten zien dat LOFAR door zijn flexibele opbouw
meer dan 1000 beelden per seconde kan maken van een groot stuk van de hemel.
Daarmee wordt de nieuwe zoektocht naar pulsars de kansrijkste ter wereld in dit radiobereik.



Meteoriet Tsjeljabinsk brokstuk van planetoïde 1999 NC43
8 november 2013


Wetenschappers hebben de baan van de 20 meter grootte meteoriet (12.000 ton) boven Rusland kunnen samenstellen
uit gegevens van satellieten die om de aarde draaien. Het brokstuk vloog op 15 februari 2013 met een snelheid
van bijna 20 kilometer per seconde door de dampkring.

Op ruim 45 kilometer hoogte begon de meteoriet uiteen te vallen waarna op 27 kilometer hoogte de explosie (door de geluidsbarrière) bij de stad Tjeljabinsk volgde. Alles bij elkaar duurde de reis het 14 seconden. Tijdens de explosie kwam een hoeveelheid
energie vrij die vergelijkbaar is met de ontploffing van 500.000 ton TNT (Trinitrotolueen).

Door de extreme hitte verdampten veel brokstukken in de atmosfeer. Men vermoed dat 4000 tot 6000 kilo van
de meteoriet in stukken op het aardoppervlak terecht is gekomen, waarvan de zwaarste meer dan drie kilo woog
en in een bevroren meer ligt waarschijnlijk een sbroktuk van enkele honderden kilo's.

Meteoriet Tsjeljablinsk
Meteoriet Tsjeljablinsk door satelliet gefotografeerd vanuit de ruimte

De meteoriet is waarschijnlijk een brokstuk die 1,2 miljoen jaar geleden van de planetoïde 1999 NC43 afbrak.
Deze planetoïde, 2200 meter groot, komt al miljoenen jaren periodiek in de buurt van de aarde.

De ouderdom van de meteoriet wordt geschat op 4,452 miljoen jaar. Uit onderzoek blijkt dat de brokstukken
van de meteoriet chondrieten zijn, dit is een meteorietsoort die veel op aarde terug wordt gevonden.



ALMA sterrenwacht is compleet
27 oktober 2013


De laatste schotelantenne voor de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) is geplaatst op
de ALMA-sterrenwacht in het noorden van Chili. De 12 meter grote schotel is gemaakt door het
Europese AEM Consortium en er zijn in totaal 25 Europese schotelantennes door de ESO geleverd.

Deze schotelantenne is de 66ste en laatste die aan de sterrenwacht wordt overgedragen.
De array strekt zich over een afstand van maximaal zestien kilometer uit over de Chajnantor-hoogvlakte
in de Atacamawoestijn in het noorden van Chili.

Eind dit jaar gaan de ultra-nauwkeurige antennes als één telescoop samenwerken.
De ALMA-sterrenwacht werd in maart van dit jaar officieel in gebruik genomen, maar was toen nog niet helemaal compleet.
Met de ALMA willen onderzoekers enkele belangrijke astronomische vraagstukken oplossen.

De straling die de telescoop opvangt is afkomstig van kosmische objecten die tot de koudste of de verste objecten
in hun soort behoren. Het gaat dan bijvoorbeeld om koude wolken van gas en stof waarin nieuwe sterren
worden geboren en verre sterrenstelsels aan de grens van het waarneembare heelal.

Het heelal is nog weinig onderzocht op submillimetergolflengten, omdat de telescopen niet alleen extreem droge atmosferische omstandigheden nodig hebben, zoals op de Chajnantor-hoogvlakte, maar ook grote antennes en geavanceerde detectoren.

ALMA 66e schotelantenne
ALMA 66e schotelantenne

Noord-Amerika heeft 25 stuks 12-meter antennes geleverd, en Oost-Azië vier schotels van 12 meter en twaalf van 7 meter.

De Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) is een internationale astronomische faciliteit,
door middel van een samenwerkingsverband tussen Europa, Noord-Amerika en Oost-Azië, met steun van Chili.

De bouw en het beheer van ALMA worden in Europa geleid door ESO, in Noord-Amerika door het National Radio
Astronomy Observatory (NRAO) en in Oost-Azië door het National Astronomical Observatory of Japan (NAOJ).

ALMA onderzoekt Boemerangnevel

De Boemerangnevel is de koudste plek in het universum, zelfs kouder dan de kosmische achtergrondstraling,
dit is het overblijfsel van de oerknal. Het is er één graad Kelvin, dit is -272.15 graden Celsius.

De Boemerangnevel is in 2003 onderzocht met de Hubble Space Telescope en toen leek de nevel op een zandloper.
Maar onderzoek met ALMA levert andere beelden op. ALMA laat zien dat de nevel geen smalle taille heeft, maar vrij breed is.

Uit waarnemingen met optische telescopen leek het of de nevel smaller was, dit wordt veroorzaakt door fijne stofdeeltjes
van ongeveer een millimeter groot die het licht van de centrale ster in sommige richtingen blokkeren.

Alleen in het centrum van de gordel kan wat sterlicht naar boven en naar beneden ontsnappen.

Boemerangnevel
Boemerangnevel ALMA (NASA)

Boemerangnevel Hubble 2003
Boemerangnevel Hubble (NASA) 2003

De Boemerangnevel bevindt zich in het ontwikkelingsstadium waarin de centrale ster nog niet warm
genoeg is om ultraviolette straling af te geven en kunnen we de nevel alleen maar zien doordat licht
van de ster reflecteert op de stofdeeltjes in de nevel. De Boemerangnevel bevindt zich op ongeveer 5000 lichtjaar van de aarde in het sterrenbeeld Centaurus.
De nevel is een heel jonge planetaire nevel en is ontstaan toen de centrale ster in zijn laatste levensfase
de buitenste lagen heeft afgestoten. De ster die in de nevel overblijft is een witte dwerg die
ultraviolette straling afgeeft, waardoor het gas van de nevel gaat gloeien.



Zwarte gaten draaien over de oceaan
24 september 2013


Natuurkundige onderzoekers hebben zeven zwart gaten gevonden in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan.
Gelukkig zijn dit geen echte zwarte gaten, die de oceaan en de aarde opslokken.
Deze zwarte gaten zijn gigantische draaikolken bij Zuid-Afrika.
De draaikolken bewegen zich vormvast naar het noordwesten.

Volgens onderzoekers zijn de draaikolken wiskundig gezien gelijk aan zwarte gaten in het heelal.

De stabiele draaikolken hebben een doorsnede van ongeveer 100 kilometer en zijn tussen de 500 en 900 meter diep. Ze ontstaan bij het zuidelijkste puntje van Zuid-Afrika, waar de Indische en de Atlantische Oceaan elkaar ontmoeten.

Hier loopt de warme Agulhasstroom en uit deze stroom schieten nu en dan traag draaiende watermassa's los, de Oceaan in.

Dit zijn bewegende oases, die organismen uit warmere, zuidelijke wateren ver de Atlantische Oceaan op voeren.
Bovendien beïnvloeden de draaikolken het klimaat doordat ze vele tonnen van het zoutere,
en warmere water uit de Indische Oceaan meenemen.

De warme Agulhasstroom loopt langs de oostkust van Afrika en draait terug naar de Indische Oceaan.
De zee rondom Kaap Agulhas is berucht wegens winterstormen en reusachtige golven, die 30 meter hoog
kunnen worden en zelfs grote schepen kunnen verpletteren. De naam Agulhas is Portugees voor naald,
en verwijst naar de scherpe rotsen en riffen waarop al heel wat schepen zijn vergaan.

Agulhas wervels ringen
Agulhas wervels/ringen

Transport van water door zes grote stabiele oceaandraaiingen,
gedurende 225 dagen op zes momenten (van rechts naar links)

Het verhaal van Edgar Alle Poe, A Descent into a Maelstrom uit 1841, wordt gebruikt om de draaikolken te verklaren.
Hij beschrijft hierin de draaikolk als volgt: De rand van de draaikolk bestond uit een brede gordel van glinsterend schuim,
maar geen enkel deel ervan gleed in de enorme trechtermond. Wat Edgar Alle Poe hier probeert uit te leggen,
is dat een draaikolk eigenlijk een eilandje is in een grote, wilde oceaan dat zich dankzij die kolkende rand
van de rest van het water scheidt. Ondertussen kan iets wat al in de draaikolk zit daar niet meer uit ontsnappen.

A Descent into a Maelstrom
A Descent into a Maelstrom (Wikipedia)

Als we de draaikolken zo beschrijven, doet dat al een beetje denken aan een zwart gat. Een zwart gat is een gebied
in de ruimte waaraan niets - zelfs licht niet - kan ontsnappen. Rond een zwart gat bevindt zich ook een grens:
de waarnemingshorizon. Licht dat zich boven deze grens bevindt, kan aan de greep van het zwarte gat ontkomen,
net zoals het schuim rond een draaikolk deze niet binnengaat.

Volgens de onderzoekers omvat elke rand rondom een draaikolk net als een zwart gat in de ruimte een singulariteit.
Dit is een punt met een oneindig klein volume en een oneindige grote dichtheid.

Stroming in een zwart agt
Stroming in een zwart gat

Deze ontdekking maakt het onder meer makkelijker om draaikolken op te sporen. Door te zoeken naar die singulariteit
en de rand eromheen, kunnen we draaikolken die hun materie vasthouden, opsporen. Op deze manier kunnen we
wellicht ook meer te weten komen over hoe afval zich door de zeeën en oceanen verplaatst.

Met de wiskunde waarmee ook aan zwarte gaten vorm wordt gegeven, vonden onderzoekers in satellietgegevens uit 2006
zeven stabiele draaikolken terug. Ook na drie maanden reizen door woelig water waren die nog amper van vorm veranderd,
alleen namen ze alle olie en rotzooi mee die ze tegen kwamen.

We kunnen soortgelijke zwarte gaten op nog meer plekken tegenkomen,
bijvoorbeeld orkanen op aarde of de Grote Rode Vlek op Jupiter.



Cassini maakt opname van de aarde
23 juli 2013


Op 19 juli om 23.27 uur Nederlandse tijd heeft Cassini een opname gemaakt van de aarde, zichtbaar is als een pale blue dot,
een kleine blauwe stip. Dit wordt de eerste opname in natuurlijke kleuren, Cassini staat dan in de schaduw van Saturnus
en de zon bevindt zich achter Saturnus, daardoor heeft Cassini geen last van het zonlicht.

Cassini maakt opname van aarde (links)
Cassini maakt opname van de aarde (links)

De afstand van Cassini tot de aarde was 1,4 miljard kilometer.

De rechter opname van de aarde en de maan is gemaakt door de MESSENGER op een afstand van 98 miljoen kilometer.



Ongeveer 1100 gewonden door meteorietenregen in Zuid-Rusland
15 februari 2013


Persbureau AP meld dat de meteoor die vanochtend rond half vijf Nederlandse tijd boven de Oeral in Rusland
met een snelheid van minstens 54.000 kilometer per uur (de geluidssnelheid ligt rond de 1.236 kilometer per uur)
door de atmosfeer kwam rond de tienduizend kilo woog.

De meteoor viel zo'n dertig tot vijftig kilometer boven de grond uit elkaar, door het binnenvallen in de atmosfeer en de
daarop volgende drukgolf, braken de ruiten in de wijde omgeving en raakten zeker vijfhonderd mensen gewond.

Meteoriet in Zuid-Rusland
Meteoriet in Tsjeljabinsk, Zuid-Rusland

De lichtflits in de regio Tsjeljabinsk (ongeveer 1.500 kilometer van Moskou) was zo helder als de zon.
In Rusland is eerder een grote meteoriet neergekomen, in 1947 de Sikhote-Alin meteoriet, deze explodeerde
boven Siberië met een luide klap en een enorme flits die tot op 300 kilometer afstand zichtbaar was.

Men gaat er niet vanuit dat deze meteoriet iets te maken heeft met planetoïde 2012 DA14 die vanavond
even voor half negen Nederlandse tijd op 27.680 kilometer langs de aarde komt en is de grootste planetoïde
die ooit zo dicht langs de aarde kwam.

2012 DA14 bestaat voornamelijk uit steen en is ongeveer 50 meter breed. De planetoïde werd in februari 2012 ontdekt
en komt zelfs dichterbij dan de communicatie-en weersatellieten die in een baan om de aarde draaien.

Planetoide 2012 DA14
Planetoïde 2012 DA14



Planetoïde Apophis nadert aarde
9 januari 2013


De planetoïde Apophis passeert de aarde in de nacht van 9 op 10 januari op een afstand van 14,5 miljoen kilometer.

Uit meetgegevens van de Herschel blijkt dat de planetoïde donkerder en groter is
dan men tot nu toe dacht, 325 meter in plaats van 270 meter.

In 2004 leek er een redelijke kans dat Apophis in 2029 in botsing zou komen met de aarde, maar later bleek
dat Apophis in 2029 veel dichterbij komt dan nu, ongeveer op een afstand van 36.000 kilometer.

Baan van Apophis
Baan van Apophis tussen planeten



Twee navigatiesatellieten gelanceerd
12 oktober 2012


Afgelopen vrijdag zijn weer twee Europese satellieten voor het navigatienetwerk Galileo
gelanceerd vanaf de lanceerbasis Kourou in Frans-Guyana. De eerste twee zijn vorig jaar gelanceerd
en als het afgerond is, wordt het het grootste ruimtevaartproject uit de Europese geschiedenis.

Lancering Galileo 12 oktober
Lancering Galileo

De komende jaren worden 30 satellieten in een baan rond de aarde gebracht en krijgen de namen van Europese kinderen.
De vrijdag gelanceerde satellieten heten David (naar een Tsjechische jongen) en Sif (uit Denemarken).

De Nederlandse satelliet heet Tijmen, (een jongen uit het Gelderse dorp Winssen)
en moet vanaf 2014, op 23.222 kilometer afstand rond de aarde draaien.

Het wordt een vervanging van het gps-netwerk van het Amerikaanse leger en is niet alleen voor auto's en schepen,
maar ook voor zoekacties van reddingsdiensten, leger en in de verre toekomst moeten zelfs
vliegtuigen veilig op de automatische piloot kunnen landen.
Het project Galileo kost ruim 4 miljard euro en na afronding van de lanceringen nog ongeveer 800 miljoen euro per jaar.
Nederland heeft onder meer de zonnepanelen van de satellieten gemaakt.



Onderzoeksschip Chikyu
14 september 2012


De Chikyu heeft het diepste gat (2200 meter) in de zeebodem net voor de Japanse kust geboord.
In theorie kan het schip tot een diepte van 7.000 meter boren.

Dankzij de diepe boringen (het Integrated Ocean Drilling Program) leren we meer over gebieden waar
we als mens nooit kunnen komen. Een eerdere zeeboring stond op 2.111 meter.

Chikyu
Chikyu

Op land zijn grotere dieptes bereikt, in 1970 op het Kola-schiereiland begonnen de Russen met het boren van een aantal gaten.
In 1994 was er een gat geboord met een diepte van 12.262 meter.

Kola
Kola



Radiation Belt Storm Probes gelanceerd
2 september 2012


NASA heeft op 30 september na een week vertraging, twee gelijke satellieten, RBSP, gelanceerd die twee jaar lang in
een langgerekte baan om de aarde gaan draaien en de stralingsgordels van de aarde gaan opmeten en onderzoeken.
De komende twee maanden worden alle meetinstrumenten getest, en worden de lange antennemasten uitgeschoven.


Radiotion Belt Storm Probes

De stralingsgordels, de Van Allen-gordels ontdekt in 1958, bestaan uit twee concentrische ringen (rond één middelpunt),
in de vorm van een donut, die vol zitten met energierijke elektronen en protonen.

Deze deeltjes zijn afkomstig van de zon en in het aardmagnetische veld terecht gekomen.
De satellieten moeten onderzoeken hoe de gordels reageren op de sterk wisselende activiteit van de zon,
en welke gevolgen dat heeft voor de buitenste delen van de aardatmosfeer.

Door de geladen deeltjes van de stralingsgordels ontstaat er een risico voor elke ruimtemissie die hier in de buurt komt.
De meeste ruimtevaartuigen proberen de gordels te vermijden, maar de RBSP gaat door het centrum van de gordels vliegen.


Van Allen Belt



Higgsdeeltje ontdekt?
19 juli 2012


In de LHC bij CERN is bij botsingen een nieuw elementair deeltje ontdekt, het is nog niet zeker of dit
het langgezochte Higgsdeeltje is. Het nieuwe deeltje heeft wel veel overeenkomst met het theoretisch
voorspelde Higgsdeeltje en is heel belangrijk voor het standaardmodel van de deeltjesfysica.

Het deeltje wordt gezien als de drager van het overal aanwezige Higgsveld, dat veld zorgt ervoor dat
de kleine deeltjes waaruit de materie is opgebouwd massa hebben. Het Higgsveld is te vergelijken met water
waar materiedeeltjes zich doorheen moeten bewegen en dat kost meer moeite naarmate een deeltje zwaarder is.


Botsingen protonen in LHC

Ons universum kent magnetische velden en elektrische velden, waar deeltjes kunnen worden beïnvloeden,
maar ze verklaren niet dat die deeltjes een massa hebben. Peter Higgs bedacht in 1961, dat er nog
een veld nodig is, het Higgsveld, dit zou deeltjes afremmen, waardoor ze massa krijgen.

Volgens het standaardmodel zou het deeltje een massa moeten hebben tussen de 115 en 180 GeV/c2.
Het ontdekte deeltje laat een massa zien van 125-126 GeV/c2. Volgens CERN zou het ook een ander
soort Higgsdeeltje kunnen zijn, bijvoorbeeld een deeltje dat de donkere materie in het heelal verklaard.



Proba V - aardobservatiesatelliet
21 mei 2012


Sinds 7 mei draait Proba V van de ESA in een baan om de aarde op een hoogte van 820 kilometer.

Proba V is een kleine kunstsmaan (160 kilogram) die elke dag overzichtsbeelden van de vegetatie op aarde gaat maken,
o.a. om de gevolgen van klimaatveranderingen in de gaten te houden en tegenvallende oogsten beter te voorspellen.

Vega VV02
Vega VV02, lancering met Proba-V aan boord

De satelliet wordt bestuurd door het grondstation van de ESA, in de Belgische plaats Redu, waar eerst tests worden uitgevoerd
om de Proba-V te controleren, voordat de kunstmaan aan het werk gaat om de vegetatie in kaart te brengen.



Bouwstenen van leven waarschijnlijk afkomstig van kometen
31 maart 2012


Nieuw onderzoek laat zien dat kometen miljarden jaren geleden waarschijnlijk de bouwstenen van leven op aarde hebben afgeleverd.

Kometen vliegen met een snelheid van ongeveer 40.000 kilometer per uur door de aardatmosfeer voor ze neerslaan en de vraag was:
kunnen de organische moleculen in een komeet de zware tocht wel doorstaan?

Onderzoekers hebben stoffen die in kometen voorkomen met krachtige gaspistolen beschoten
en de hoge temperaturen en schokgolven nagebootst.

Het resultaat van het onderzoek laat zien dat aminozuren de hitte en schokken doorstaan en zelfs aangespoord
worden om onderlinge bindingen aan te gaan die tot de vorming van eiwitten leiden.

Er zijn aanwijzingen dat op de aarde, tot ongeveer 3,8 miljard jaar geleden, vrij veel kometen en planetoïden zijn ingeslagen.
Hierna ontstond het eerste leven op aarde, waarschijnlijk door de bouwstenen die kometen hier afleverden.




Samenstand van Venus en Jupiter
12 maart 2012


Venus en Jupiter staan op 13 maart maar 3 graden bij elkaar vandaan.

Aan de avondhemel zijn Venus en Jupiter al een paar weken een opvallende verschijning.
Venus is de helderste planeet (ster) aan de westelijke hemel, met de iets minder heldere Jupiter daar een stukje boven.

Wie het tweetal regelmatig rond dezelfde tijd bekijkt, ziet dat ze langzaam naar elkaar toe bewegen.
Venus komt steeds hoger te staan, terwijl Jupiter langzaam zakt.

Op 13 maart midden op de dag gaan ze elkaar passeren. De planeten staan dan maar 3 graden uit elkaar.
Dit kun je de avond ervoor, op 12 maart, of 's avonds op 13 maart bekijken.
Ook de dagen daarna is deze samenstand erg mooi om te bekijken aan de avondhemel.

Hierna zien we dat Venus aan de avondhemel steeds hoger boven Jupiter komt te staan.
Later in maart krijgen ze weer gezelschap van de maansikkel,
op 25 maart staat deze dicht bij Jupiter en een dag later vlak bij Venus.




Neutrino's waarschijnlijk niet sneller dan het licht
24 februari 2012


Bij de meetresultaten, van het CERN-deeltjesfysicalaboratorium naar het 720 km verderop gelegen
Gran Sasso-laboratorium in Italië, in september en november vorig jaar van de neutrinos,
die 60 nanoseconden sneller gingen dan het licht zijn fouten ontdekt.

Een woordvoerder van CERN zei woensdag dat wetenschappers een fout hebben gevonden in het GPS-systeem
dat werd gebruikt om de aankomst van de neutrinodeeltjes in een laboratorium in Italië te meten.

Later dit jaar zal het neutrino-experiment nog eens worden overgedaan, dan wordt
duidelijk of de fout in het GPS-systeem verantwoordelijk was voor de resultaten. Volgens de speciale relativiteitstheorie, de vergelijking E=mc2, van Albert Einstein kan niets zich sneller voortbewegen
dan het licht. De vergelijking staat voor energie is gelijk aan de massa maal de lichtsnelheid in het kwadraat.

Het Italiaanse laboratorium ligt anderhalve kilometer onder het oppervlak van de Gran Sasso berg, 60 kilometer buiten Rome.




Grote scheur in Pine Island-gletsjer
4 februari 2012


NASA-onderzoekers ontdekten in oktober vorig jaar een enorme scheur in de gletsjer.

De scheur is ongeveer dertig kilometer lang en op sommige plaatsen wel tachtig meter breed en zestig meter diep.

Men verwacht dat de scheur over de hele breedte van de gletsjer zal gaan lopen, waardoor
een enorm stuk ijs van de gletsjer (ongeveer 900 vierkante kilometer) los kan breken.

De gletsjer ligt in het westelijke gedeelte van Antarctica.
Elke dag wordt de scheur 2 meter groter.




Kleine IJstijd ontstaan door vulkanen?
4 februari 2012


Het langdurige zonne-minimum (het Maunder-minimum) duurde van ongeveer 1645 tot 1715 en wordt
vaak aangewezen voor het ontstaan van de Kleine IJstijd op aarde, maar lang voor deze langdurige periode
van geringe zonneactiviteit, waren de winters ook al veel kouder dan normaal, vooral in Noord-Europa.

Volgens sommige onderzoekers duurde de Kleine IJstijd alles bij elkaar enkele eeuwen, en begon deze tussen 1275 en 1300.
Hun conclusie na onderzoek van plantenresten en ijskernen is, dat de Kleine IJstijd
het directe gevolg was van vier zware tropische vulkaanuitbarstingen.

Vulkaanstof in de atmosfeer heeft een afkoelende werking, en uit berekeningen blijkt dat bij uitbarstingen in korte tijd sprake kan
zijn van een stapelend en langdurig effect. De Kleine IJstijd zou ook opgetreden zijn zonder het langdurig zonneminimum.




Blue Marble
28 januari 2012


De bekende opname Blue Marble, wat Blauwe Knikker betekent, is geüpdatet en is scherper en mooier geworden.

Op de eerste foto Blue Marble (foto links), die de astronauten aan boord van de Apollo 17
in 1972 van de aarde maakten moet de aarde inderdaad op zo'n blauwe knikker hebben geleken.

In 2012 hebben we de apparatuur om nog betere foto's van de aarde te maken. NASA heeft met behulp
van de Suomi NPP-satelliet op 4 januari een samengestelde foto gemaakt van onze aarde (foto rechts).




Grote zonnestorm raakt atmosfeer aarde
25 januari 2012


Op maandagochtend 23 januari om 04.59 uur Nederlandse tijd vond op de zon
een krachtige uitbarsting plaats (klasse M8.7), de grootste sinds 2005.

Er werd een plasmawolk met geladen deeltjes de ruimte in geblazen, die voornamelijk uit protonen en elektronen bestaat.
De deeltjes verplaatsen zich met een snelheid van zo'n 2200 kilometer per seconde richting de aarde.

De plasmawolk is in de loop van dinsdagmiddag 24 januari bij de aarde aangekomen,
en heeft enkele verstoringen veroorzaakt in satellietelektronica en radiocommunicatie zonder verdere gevolgen.

De deeltjes in de wolk hebben een indrukwekkend poollicht veroorzaakt (zie foto), dat te zien is geweest in een brede ring
rond de magnetische noord- en zuidpool van de aarde.
In Nederland is het poollicht bijna niet zichtbaar geweest, omdat er teveel bewolking was.




Higgs-deeltje
14 december 2011


CERN meldde vandaag op een persconferentie dat de wetenschap er redelijk van overtuigd is,
dat er in de LHC een glimp van het Higgs-deeltje is gezien.

In het Standaardmodel van de deeltjesfysica, dit is een theorie die fysici lang geleden hebben opgesteld, speelt een theoretisch
deeltje een belangrijke rol, dit deeltje zou er voor zorgen dat alle minieme deeltjes in het universum massa hebben.

Dit (theoretische) deeltje heet het Higgs-deeltje, alleen is dit deeltje na 40 jaar zoeken nog nooit gevonden.
Als het Higgs-deeltje bestaat, kunnen onderzoekers daarmee verder werken.
Massa is belangrijk, het bepaalt hoe deeltjes zich gedragen. Ze bepalen wat we om ons heen zien,
van de kleinste levende deeltjes tot de grootste sterrenstelsels. Het zijn de bouwstenen van het leven. CERN kon al uitsluiten dat het deeltje tussen de 114 en 115 GeV woog en ook niet tussen de 135 en 136 GeV.
Als het bestaat heeft het een massa tussen 116 en 127 Gigaelektronvolt (GeV)

Maar er is in de LHC iets opvallends gezien rond 125 GeV, het zou een glimp van Higgs kunnen zijn.
Het is al meerdere keren waargenomen, maar nog te weinig om te spreken over een ontdekking.
Er moeten meer experimenten plaats vinden, met een grote kans dat er in 2012 het Higgs-deeltje wordt gevonden.




Neutrino's nog steeds te snel
22 november 2011


Wetenschappers van CERN hebben opnieuw vastgesteld dat het minuscule deeltje, het neutrino, weer sneller ging dan het licht.

Bij de nieuwe aangepaste test zijn neutrinopulsen uitgezonden die duizenden keren korter waren (3 nanoseconden).

Dat vergroot de nauwkeurigheid van de gemeten aankomsttijden, maar tegelijkertijd is het aantal gemeten neutrino's
per puls ook lager dan in de eerste test. Het snelheidsresultaat veranderde niet.

De zoektocht naar andere zwakke punten in het experiment, bijvoorbeeld een kleine afwijking in de synchronisatie
van de klokken die in Genève en Gran Sasso worden gebruikt, blijft doorgaan.




Zweden op LOFAR aangesloten
24 oktober 2011


Eind september is het Zweedse radiotelescopische gedeelte van LOFAR (Low Frequency Array)

bij de plaats Onsala in gebruik genomen. Het nieuwe instrument bestaat uit 192 kleine radioantennes
die nu ook gaan deelnemen aan Lofar, de grootste radiotelescoop ter wereld, waarvan het centrum
in de provincie Drenthe ligt. Lofar bestaat nu uit duizenden kleine antenne (waarvan het richten elektronisch gebeurt),
verspreid over Nederland, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Zweden.

De antennes kunnen niet bewegen en zijn gevoelig voor radiostraling in het frequentiebereik van 10 tot 240 MHZ.
Deze techniek zal straks ook worden toegepast bij de nog grotere Square Kilometre Array-radiotelescoop die
in Australië of Zuid-Afrika moet verrijzen. Lofar onderzoekt onder meer pulsars en de kernen van actieve sterrenstelsels.

Er wordt een enorme hoeveelheid gegevens verzameld, het Zweedse station levert een hoeveelheid van zevenduizend dvd's
per dag af, die via een snel glasvezelnetwerk naar de centrale computer in Dwingeloo worden gestuurd.




Lancering Galileo
21 oktober 2011


De Russische Soyouz-raket met de eerste twee Galileo-satellieten werd vrijdag gelanceerd

vanaf de Europese ruimtebasis Kourou in Frans-Guyana.

Eerst zou de lancering donderdag zijn, maar dit werd uitgesteld. Bij het vullen van de brandstoftanks
was een pneumatisch lek gevonden in de tankinstallatie op de grond, waarbij geen brandstof vrijkwam.

Europa wil de komende jaren 30 satellieten in een baan rond de aarde brengen, Galileo
is het grootste ruimtevaartproject uit de Europese geschiedenis.
Het wordt een alternatief voor het global positioning system (gps) van het Amerikaanse leger.


De Galileo-satellieten krijgen namen van kinderen die een (namen)wedstrijd hebben gewonnen,
Thijs (een Belgische jongen), en Natalia (uit Bulgarije).

Het is de bedoeling dat het in 2014 in gebruik wordt genomen, het helpt niet alleen auto's en schepen om te navigeren,
maar ook reddingsdiensten kunnen de nauwkeurige gegevens gebruiken bij zoekacties, en het leger bij aanvallen.

In de toekomst moeten zelfs vliegtuigen veilig op de automatische piloot kunnen gaan landen door Galileo.

Bij elkaar kost het ruim 4 miljard euro om alle satellieten te bouwen en in een baan rond de aarde te brengen. De exploitatie worden geschat op ongeveer 800 miljoen euro per jaar. Tegenstanders vinden dat een verspilling van belastinggeld.

De lancering is om nog een reden. De raket die de satellieten in een baan rond de aarde moet brengen,
is een aangepaste Russische Sojoez.

Het is ook een historische gebeurtenis, want het is de eerste keer dat vanuit Europa een Russische raket wordt gelanceerd.
Tijdens de Koude Oorlog stonden de Sovjet-Unie en het Westen nog tegenover elkaar om
op het gebied van de ruimtevaart elkaar af te troeven.




Koude winters kunnen ontstaan door de zon
10 oktober 2011


De koude winters in Noordwest-Europa van de afgelopen paar jaar worden veroorzaakt door variaties in de energieproductie

van de zon. Uit metingen met de Spectral Irradiance Monitor (SIM) van de Amerikaanse SORCE-satelliet
(SOlar Radiation and Climate Experiment) blijkt dat de kracht van de ultraviolette straling van de zon
ongeveer vijf maal zo sterk verschilt als altijd is aangenomen.

Tijdens het activiteitsminimum van de zon in de afgelopen jaren produceerde de zon aanzienlijk
minder ultraviolette straling dan tijdens een activiteitsmaximum van de zon.

UV-straling wordt geabsorbeerd door ozon in de stratosfeer. Minder UV-straling betekent minder opname
en daardoor een lagere temperatuur in de stratosfeer. Klimaatmodellen laten zien dat dat doorwerkt
naar lagere delen van onze dampkring, dit heeft gevolgen voor de straalstroom en de bijbehorende luchtcirculatie
dichter bij het aardoppervlak. Hierdoor kunnen in Europa de temperaturen in de winter sterk dalen
en is het op andere plaatsen weer warmer dan normaal.

De wisseling van de UV-straling heeft geen invloed op de gemiddelde wereldtemperatuur.
De verschillen in de UV-productie van de zon en het Europese weer zou ook een verklaring kunnen geven
voor de Kleine IJstijd, tussen ca. 1645 en 1715, toen was de zon tientallen jaren lang
vrijwel niet actief, en lagen de wintertemperaturen in Europa ongeveer een graad lager dan normaal.




Bijzondere regenboog gefotografeerd
7 oktober 2011


Als het regent en de zon schijnt, dan kan er een regenboog aan de hemel verschijnen. Soms zien we er zelfs twee.
Veel unieker wordt het wanneer we er drie zien. En helemaal zeldzaam, als we vier regenbogen zien.

Michael Theusner zag dit schouwspel voor het eerst in de natuur en maakte er een mooie opname van.

In het laboratorium is wel aangetoond dat er vier regenbogen (soms zelfs meer) aan de hemel kunnen staan,
maar met elke weerkaatsing wordt het licht zwakker en is de vierde regenbogen vaak niet te zien.

Op de foto zijn twee regenbogen te zien. Dit komt omdat de eerste en de tweede regenboog aan
de andere kant van de hemel staan en niet op de foto passen. Je kunt dit zien doordat op de plek waar deze foto is genomen, de eerste en tweede regenboog zich altijd tegenover de zon bevinden. De derde en vierde regenboog zijn een weerkaatsing en bevinden zich dus bij de zon. Net als deze twee regenbogen.

Een tweede regenboog ontstaat wanneer het zonlicht dubbel wordt teruggekaatst in druppels water.
Een derde regenboog zien we als er nog een terugkaatsing is en een vierde als licht nog een keer extra wordt teruggekaatst.




Tevatron stopt
2 oktober 2011


30 september is de laatste werkdag van deeltjesversneller Tevatron (onderdeel van Fermilab), helaas is de missie,
het vinden van het Higgs-deeltje niet gelukt.

De deeltjesversneller heeft dan het Higgs-deeltje niet gevonden, er zijn wel andere ontdekkingen gedaan.
De bekendste was in 1995 toen Tevatron de top-quark (170 keer zo zwaar als een proton) ontdekte.
Het Fermilab gaat zich nu richten op onderzoek naar neutrino's.
De ontdekking dat deeltjes sneller kunnen reizen dan het licht moet bevestigd worden door het Fermilab.




Japanse tsunami in kaart gebracht
1 oktober 2011


Onderzoekers bestudeerden 2000 kilometer kustlijn en 5300 verschillende locaties om precies in kaart te brengen
hoe ver het water het land opkwam en hoe hoog de golven kwamen. Op basis van dat onderzoek stelden ze
een kaart samen waarop precies te zien is hoe hoog de golven kwamen en hoe ver het water het land opkwam.

Uit het onderzoek blijkt dat de golven op sommige plaatsen 19,5 meter hoog waren en
op sommige plaatsen kwam het water zelfs vijf kilometer het land op.

Het doel van dit onderzoek is om een beter beeld te krijgen van het ontstaan en de gevolgen van tsunami's.
Het is nog steeds heel moeilijk om het gedrag van tsunami's op het land te voorspellen.




Bijzondere ontdekking in CERN
23 september 2011


Kunnen deeltjes sneller reizen dan het licht?

De 1300 ton wegende OPERA-deeltjesversneller (zie foto), onder de Italiaanse Apennijnen,
wordt al drie jaar gebruikt om neutrino's te versnellen tot lichtsnelheid.

Als een neutrino op een ander deeltje botst kan de snelheid van een neutrino worden berekend over
de afstand en de tijd die het heeft afgelegd. Neutrino's zijn bijna massaloze subatomaire deeltjes,
die vrijwel geen reacties aangaan met normale materie en verliezen tijdens hun ondergrondse tocht geen snelheid.

Uit de GPS-gegevens van de OPERA blijkt dat de gemiddelde neutrino een afstand van 730 kilometer
(vanuit Geneve naar de OPERA in CERN) aflegt in 2,43 milliseconden. Dat is ongeveer zestig nanoseconden
sneller dan fysici hadden verwacht als de deeltjes met de snelheid van het licht zouden reizen.
Betekent dit dat de relativiteitstheorie van Albert Einstein niet klopt? Of gaat het om een systeemfout.

Er is meer onderzoek nodig, zoals in Chicago (Tevatron, Fermilab) en in Japan om te meten of
de gemiddelde snelheid van de neutrino's in CERN klopt of dat er sprake is van een systeemfout.

De zwakke plek ligt waarschijnlijk bij het in beweging brengen van de neutrino's,
hiervoor wordt een trefplaat met zwaardere deeltjes (protonen) beschoten.
Hierdoor zit er enige onzekerheid in het tijdstip waarop de neutrino's wegschieten.


Als het vervolgonderzoek ook laat zien dat neutrino's sneller dan het licht bewegen,
zullen wetenschappers pas aan de relativiteitstheorie gaan twijfelen.

De relativiteitstheorie is in 1905 opgesteld door Albert Einstein. Volgens deze theorie kan geen enkel deeltje
in een vacuüm sneller reizen dan het licht, snelheid van het licht is 299.792 kilometer per seconde.
Als deeltjes wel sneller kunnen reizen dan het licht, dan is het theoretisch mogelijk om terug in de tijd te gaan.



Ondergrondse rivier op aarde ontdekt
26 augustus 2011


In het Amazonegebied is een grote ondergrondse rivier ontdekt en bevindt zich op een diepte van zo'n vier kilometer
onder het Amazonewoud. De rivier is zo'n 6000 kilometer lang en bevindt zich recht onder de Amazone rivier
en loopt van west naar oost. De rivier is Hamza genoemd naar expeditieleider en onderzoeker Valiya Hamza.

De onderzoekers ontdekten de rivier bij het onderzoeken van enkele oliebronnen die niet meer gebruikt worden.
Temperatuurverschillen brachten de onderzoekers op het spoor van de enorme rivier,
de onderzoekers verwachten in 2014 een compleet beeld van de ondergrondse rivier te hebben.

De rivier zorgt ervoor dat het water bij de monding van de Amazonerivier niet zo zout is. Voor de kust kunnen
diersoorten leven die het niet in zeer zout water volhouden. De Amazone heeft eigenlijk twee afvoersystemen:
één aan het oppervlak, de Amazone-rivier en één onder het oppervlak, de Hamza-rivier.




Een planetoïde heeft een omloopbaan voor de aarde uit
4 augustus 2011


Wise (infraroodsatelliet) heeft in oktober vorig jaar voor het eerst een trojaanse planetoïde,
ongeveer 330 meter groot, bij de aarde waargenomen.

Trojanen zijn planetoïden die dezelfde omloopbaan om de zon volgen als een planeet.
Op grote afstand voor en achter elke planeet zijn er twee min of meer stabiele punten
in die omloopbaan, waar de gecombineerde aantrekkingskracht van een planeet en de zon
precies groot genoeg is om een klein object op zijn plek te houden.

Dit is het Lagrange-punt en op deze plek bij de aarde bevindt zich planetoïde 2010 TK7.
Er zijn al eerder Trojanen ontdekt bij de planeten Jupiter, Neptunus en Mars.

De planetoïde kan nog zeker tienduizend jaar in de buurt van het stabiele punt,
dat op ongeveer 80 miljoen kilometer van de aarde ligt, blijven.

Men verwacht de komende jaren nog meer aardse Trojanen te ontdekken.




De Aarde koelt af
24 juli 2011


Elke miljard jaar verliest de aarde ongeveer 100 graden Celsius aan warmte.
Volgens onderzoekers (en geologen) is dit voor de vorming van de aarde belangrijk.
Het bewegen van de tektonische planten wordt mogelijk gemaakt door de warmte,
wanneer de aarde verder afkoelt, neemt de tektonische activiteit af.

Onderzoekers stellen dat de helft van de warmte (54 procent) in de aarde voortkomt uit
natuurlijke radioactieve processen. De andere helft is restwarmte, die nog uit de tijd stamt
dat de aarde werd gevormd, uit een hete wolk van gas, stof en puin.

Tijdens het onderzoek is gezocht naar deeltjes in diepere aardlagen in de berg Mount Ikenoyama,
waarbij sensoren zijn aangebracht en daarmee werden 841 neutrino's gedetecteerd.
Ongeveer 245 deeltjes waren ontstaan door kosmische straling (en stamden nog uit de begintijd van de aarde),
111 neutrino's bleken te zijn geproduceerd door natuurlijke radioactieve processen in de aarde.


Antineutronen zijn elementaire deeltjes die onder meer vrijkomen bij het radoactief verval
van de elementen uranium en thorium in het binnenste van de aarde. Dit verval is
verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de warmte die uit de aardkern komt.
Op basis hiervan wordt geschat dat het verval van thorium en uranium goed is
voor ongeveer 20 biljoen watt van de warmte die de aarde uitstoot.

Geologen willen binnen tien jaar gesteente uit de aardmantel halen om zo meer over
de ontstaansgeschiedenis van de aarde te weten te komen. Ze gaan onder de Grote Oceaan
een haalbaarheidsonderzoek doen, omdat daar de aardkorst het dunst is. De aardmantel is
gemiddeld 300 km dik en begint zes tot zestig kilometer onder de aardkorst.


Sinds 1957 is een paar keer geprobeerd tot in de aardmantel te boren (Project Mohole),
maar door de hoge temperaturen diep onder de grond lukte dat niet.
Met de huidige technologie is het waarschijnlijk wel mogelijk.

De Kroatische wetenschapper Andrija Mohorovicic ontdekte ruim een eeuw geleden dat
aardbevingsgolven zich vanaf een diepte van 30 kilometer anders gaan gedragen dan daarboven,
dit was de scheidslijn tussen de aardkorst en de aardmantel, de Mohorovicic-discontinuïteit of kortweg Moho.

Het gesteente daar, kan wetenschappers-geologen een schat aan informatie geven
over bijvoorbeeld de ontstaansgeschiedenis van de aarde.
De beste boorinstallaties hebben nooit verder geboord dan twee kilometer in de aardkorst
en het is op deze diepte ook heel warm, tot wel 300 graden Celsius.
Ook de druk is enorm, 21 miljoen kilo per vierkante meter.

Het diepterecord in de zee ligt op 2 kilometer.
Op het land zijn Russische wetenschappers tot ruim 12 kilometer gekomen.




Onderzeese vulkanen in de Atlantische oceaan
14 juli 2011


Er zijn twaalf nieuwe onderzeese vulkanen ontdekt in een afgelegen deel van de Atlantische Oceaan in de Antarctische wateren, in de buurt van de Zuidelijke Sandwicheilanden.

Een paar vulkanen zijn wel drie kilometer hoog en breed en sommige vulkanen zijn pas nog actief geweest. Andere vulkanen zijn lang niet meer uitgebarsten en in verval geraakt.

De vulkanen zijn ontstaan doordat de Zuid-Amerikaanse Plaat hier onder een andere plaat duikt. Daar is water onder de aardkorst terechtgekomen, dit heeft weer geleid tot uitbarstingen van gesmolten gesteentes.

In 1775 ontdekte Captain Cook al enorme vulkanen die als kleine eilandjes boven het water uitstaken, dit gebied is nu onderzocht door geologen.

Ook biologen hopen in deze bijzondere omgeving, waar warm water uit de vulkanen spuit, nog onbekende levende organismen te ontdekken.

Maar de ontdekte vulkanen, die instabiel zijn, kunnen ook een gevaar vormen door instorting. De verschuiving die hierdoor ontstaat kan weer een tsunami veroorzaken.






Zwaartekrachtsveld van de aarde in kaart gebracht
14 april 2011



De GOCE-satelliet van de ESA heeft na ruim een jaar meten, het zwaartekrachtsveld
van de aarde heel nauwkeurig in beeld gebracht. Het resultaat is een driedimensionaal beeld,
dat een geoïde wordt genoemd, van de aarde en heeft de vorm van een aardappel.

De geoïde is het oppervlak van een denkbeeldige oceaan over de wereld waarin geen getijden
en stromingen optreden. De vorm van de oceaan wordt bepaald door de aantrekkingskracht
aan het oppervlak van de aarde, die niet overal even groot is.

De meetgegevens van GOCE worden o.a. gebruikt om oceaanstromingen, de veranderingen van de zeespiegel beter te begrijpen, de toe en afname van het ijskappen/gletsjers en de topografische kenmerken.

Onderzoekers kunnen ook het absolute nulpunt van de zeespiegel bepalen, dat varieert over de hele wereld ongeveer honderd meter.

Door de variaties in het zwaartekrachtveld kunnen we het inwendige van de aarde beter leren
begrijpen, zoals de fysica en de dynamiek van vulkanische activiteit en aardbevingen.

Waar de zwaartekracht sterker is, steekt de aarde uit en er vormt zich een dal waar
de zwaartekracht zwakker is. Europa voelt bijvoorbeeld relatief veel aantrekkingskracht
en het noorden van Amerika relatief weinig. Hoe meer massa, hoe groter de zwaartekracht.

Er lijkt een verband te zijn tussen zwaartekracht en aardbevingen.
Aardbevingen laten een verandering achter in de zwaartekracht. Kleine veranderingen
in het zwaartekrachtveld zouden een waarschuwing kunnen zijn voor aardbevingen.



Aardbeving in Japan versnelde draaiing aarde
14 maart 2011


De aardbeving in Japan (8,9 op de schaal van Richter) heeft de draaiing van de aarde afgelopen
vrijdag met 1,6 microseconden versneld. De as van de aarde is 15 centimeter verschoven.
Een microseconde is een miljoenste seconde.

De versnelling door de aardbeving in Japan was iets meer dan bij de aardbeving in Chili vorig jaar.
Bij de aardbeving in het Indonesische Sumatra in 2004 duurde de dag 6,8 microseconden korter.

Onder het verschil in Japan voor en na de tsunami.
De rode stip op het plaatje daaronder is Tokio.






Nieuwe radar gaat kleinste stukjes ruimteafval opruimen
3 februari 2011



Vanguard 1

De nieuw te ontwerpen radar door de Amerikaanse luchtmacht, wordt naar verwachting in 2015 in gebruik genomen.

De radar kan zelfs afval met een doorsnede van 2,5 centimeter waarnemen en moet voorkomen dat deze stukjes in de ruimte met goed functionerende satellieten in botsing komen. Het gaat om ongeveer 80.000 brokstukken, waarvan de kleinste stukjes zelfs een snelheid van ongeveer 28.000 kilometer per uur kunnen hebben, wat veel schade kan veroorzaken.

Door een botsing in 2009 van twee satellieten bevindt zich heel veel klein ruimteafval (3000 stukjes) in een baan rond de aarde waarin vele satellieten draaien.

De eerste radar werd in 1961 gebouwd, de Vanguard 1, en is nog steeds actief en spoorde ongeveer 22.000 stukjes afval op. Deze radar heeft zijn beste tijd gehad en kan de kleinste stukjes puin niet waarnemen.



LHC, botsingen en zwarte gaten
31 januari 2011


Onderzoekers hebben het afgelopen jaar protonen met bijna de snelheid van het licht tegen elkaar laten botsen, wat energieën en dichtheden opleverden die vergelijkbaar zijn met de deeltjes in het heelal kort na de oerknal, 13,7 miljard jaar geleden.

Er zijn nog onbeantwoorde vragen in de deeltjesfysica, de supersymmetrie, waarbij onderzoek meer duidelijkheid moet geven over de samenstelling van de donkere materie. Volgens de theorie van de supersymmetrie kunnen er heel af en toe bijzondere botsingen tussen protonen plaatsvinden waarbij nog niet eerder waargenomen deeltjes ontstaan. Deze deeltjes, de sparticles, kunnen een belangrijk deeltje zijn van de donkere materie.

De hoogenergetische botsingen in de LHC hebben tot nu toe nog geen piepkleine zwart gaten kunnen produceren en waarnemen. Dit betekent weer een inperking van de snaartheorie, die voorspelt, dat er bij hoogenergetische botsingen van deeltjes kleine zwarte gaten kunnen ontstaan.

De kleine zwarte gaten die zouden kunnen ontstaan zijn vele malen kleiner dan één enkel atoom. De levensduur van een zwart gat hangt af van zijn afmeting, hoe kleiner het zwarte gat, hoe sneller het verdampt.

De zwarte gaatjes in de LHC zouden zo'n kleine fractie van een seconde kunnen bestaan, dat de kans dat het zwarte gat in die tijd iets tegenkomt om op te nemen nihil is.

Eind 2011 vindt een korte stop voor technisch onderhoud plaats.

Hierna gaat het onderzoek verder naar het Higgs-deeltje, het onbekende deeltje dat specifieke massa aan alle andere elementaire deeltjes geeft, dit wordt voorspeld door het standaardmodel van de deeltjesfysica.

Het Amerikaanse Fermilab, het Tevatron (deeltjesversneller), in Illionois verlengt de levensduur van het Tevatron niet, de versneller sluit komend najaar.


Nagemaakt botsend zwart gat



LOFAR heeft verbinding met het buitenland
19 januari 2011



Het Nederlandse antennestation van de LOFAR-radiotelescoop (LOw-Freqency ARray) is nu voor het eerst gekoppeld aan stations in het buitenland. De tienduizenden afzonderlijke antennes zijn verdeeld over een groot aantal stations in Drenthe, tussen Exloo en Buinen, de andere LOFAR-stations liggen in Duitsland, Engeland en Frankrijk.

Later komt er nog een antenne-station in Zweden bij, maar deze kan pas in het voorjaar gebouwd worden, nu ligt er nog te veel sneeuw. Uiteindelijk moeten alle stations onderling gekoppeld zijn via glasvezel, waarvan de metingen worden verwerkt door een supercomputer in Groningen.

Het netwerk bestaat dan in totaal uit 25.000 kleine antennes, die verspreid staan over 36 velden in Noord-Nederland en Noord-Europa. De LOFAR-telescoop kan hiermee een doorsnede van honderd tot duizend kilometer bereiken.

Door de verbinding met de stations in Frankrijk, Duitsland en Engeland kunnen scherpere beelden worden gemaakt van het heelal, maar ook beelden van vroege signalen uit het heelal waardoor meer duidelijkheid wordt verkregen over het ontstaan van de eerste sterren.



IceCube op de zuidpool is af
27 december 2010


Het IceCube Observatorium is de grootste neutrinodetector (1 bij 1 bij 1 kilometer) ter wereld en bevindt zich duizenden meters onder het ijs van de zuidpool. Wetenschappers hopen met IceCube meer te leren over neutrino's, één van de meest bijzondere deeltjes in het heelal.

Er is jaren aan gebouwd, heeft 210 miljoen euro gekost en naar verwachting is de detector in april 2011 helemaal klaar om op volle sterkte te draaien.

De neutrinodetecter bestaat uit 86 diepe putten vol lange kabels met optische sensoren. In iedere put bevinden zich 60 sensoren die qua grootte vergelijkbaar zijn met basketballen. De hoogste sensoren bevinden zich op een diepte van 1.450 meter onder het ijsoppervlak, de laagste sensoren hangen 1.000 meter lager.

De 5160 sensoren zijn verdeeld in de detector en proberen neutrino's te detecteren. Dit is lastig, want neutrino's zijn elementaire deeltjes die bijna nooit met andere deeltjes reageren. Neutrino's reizen overal doorheen: sterren, planeten en ook door mensen zonder dat je het merkt of ziet.

Er zijn heel veel neutrino's en een botsing komt sporadisch voor, bijvoorbeeld in het Antarctische ijs. Wanneer een neutrino een atoom raakt in de zone van IceCube, dan ontstaan er zware elektronen, de muonen, deze muonen worden opgemerkt en als neutrinobotsing geregistreerd.






Indiase raket ontploft bij lancering
26 december 2010


Een raket, die een Indiase communicatiesatelliet in een baan om de aarde had moeten brengen, is zaterdag kort na de lancering vanaf het Indiase ruimtevaartcentrum Sriharikota, bij Madras, ontploft.

Precies 47 seconden na de lancering verloor het commandocentrum de controle over de raket, waardoor deze een andere vluchtrichting kreeg. Dat veroorzaakte een hogere druk, waardoor de raket explodeerde.

Het was de tweede keer dit jaar dat de lancering van een raket mislukte. In april kwam een raket die een testvlucht maakte terecht in de Golf van Bengalen.

De rotor en turbine van deze raket waren gescheurd, vermoedelijk door een te hoge druk en temperatuur.

India is na de Verenigde Staten, Rusland, China en Frankrijk het vijfde land dat zich begeeft op de markt voor commerciële satellietlanceringen.

Het land heeft sinds 1994 een aantal satellieten in een baan om de aarde gebracht. India wil in 2016 de eerste bemande ruimtevlucht maken. Maar dan moet de Indiase ruimtevaartorganisatie wel in staat zijn om zware satellieten te lanceren, anders dan is het risico veel te groot.br>





Mini-oerknal was een superhete vloeistof
1 december 2010



De Large Hadron Collider (LHC) heeft ontdekt dat kort na de oerknal het heelal een extreem dikke, superhete vloeistof was.

Het experiment was bedoelt om de oersoep van deeltjes te reproduceren, het quark-gluonenplasma, zoals die een miljoenste seconde na het ontstaan van het heelal moet hebben bestaan. Quarks en gluonen zijn de bouwstenen van de neutronen en protonen die de atomen vormen.

Wetenschappers gaan er vanuit dat het heelal, alle planeten en sterren, 13,7 miljard jaar geleden in één keer ontstond door een oerknal.

Fysicus Roger Penrose denkt dat er voor de oerknal een heeal was, en daarvoor nog een heelal en dat de uitbreiding van het heelal ooit stopt. Het heelal wordt nu steeds groter, waardoor een zwarte leegte ontstaat.

Zwarte gaten kunnen geen sterren meer opnemen en verdampen, het heelal begint te krimpen en een volgende oerknal kan ontstaan.



Mini-oerknal LHC geslaagd
8 november 2010



De Large Hadron Collider (in her ALICE-experiment) is er in geslaagd om met kleine, zware looddeeltjes een mini-oerknal te creëren, waarbij een ongekende hoeveelheid energie wordt samengebald, 2,76 Tera-elektronVolt per kerndeeltje-kerndeeltje botsing.

De komende vier weken analyseren onderzoekers de gegevens van het experiment, dat nog een maand duurt. Bij een temperatuur van tien miljard graden is het een raadsel hoe deeltjes zich gedragen.

Eén van de belangrijkste doelen van het LHC-project is het vinden van het Higgs-deeltje, dit deeltje zit in het standaardmodel van de deeltjesfysica, een theorie waarin de krachten en deeltjes die alle materie vormen beschreven worden, maar is nog nooit direct waargenomen. Als de LHC geen Higgs-deeltje vindt, dan bestaat er geen standaardmodel-Higgs-deeltje.



Large Hadron Collider bereidt een mini-oerknal voor
4 november 2010


Aan het eind van de week worden in de LHC atoomkernen van het element lood met een enorme snelheid met elkaar in botsing gebracht, het is de bedoeling om fundamentele deeltjes te laten ontstaan, die in de eerste fractie van een seconde in het heelal aanwezig waren.

Bij dit experiment, in het 10.000 ton zware ALICE-gedeelte, wordt tijdens de botsingen de hoogste temperaturen en dichtheden ooit bereikt. De bereikte temperatuur en druk komen overeen met die van een eerste miljoenste van een seconde na de oerknal.

Deze oermaterie bestond uit een hete, dichte soep van kleinere deeltjes, de quarks en gluonen; de subatomaire deeltjes, zoals protonen en neutronen, kunnen onder zulke omstandigheden niet bestaan en smelten samen tot een quark-gluon plasma.

Onderzoekers hopen met dit deeltjesonderzoek meer te weten te komen over de natuurkracht die de kernen van atomen bijeenhoudt en verantwoordelijk is voor 98% van hun massa.

De hele kleine vuurballetjes die bij de botsingen ontstaan zullen minder dan een biljoenste van een biljoenste van een seconde bestaan en de temperatuur stijgt tot meer dan tien biljoen graden, dit is een miljoen keer zo heet als de kern van de zon.


Loodmateriaal (wit flesje) in Lineac 3 van LHC



Perseïden te zien
10 augustus 2010


Komeet Swift-Tuttle laat elke zomer een wolk van stofdeeltjes achter, de Perseïden meteorenzwerm,
waar de aarde door heen trekt. Veel stofdeeltjes (steentjes) komen in botsing met de dampkring van de aarde,
en veroorzaken een lichtstreep aan de hemel. Dit verschijnsel noemen we vallende ster of meteoor.

De meteoor heeft in de ruimte een snelheid van vele tientallen kilometers per seconde en wordt door de dampkring
afgeremd. Het wordt heet en verdampt op een hoogte van zo'n tachtig tot honderd kilometer. Het lichtverschijnsel
dat we zien is niet van de meteoor, maar van de lucht er omheen die ook sterk wordt verhit en gaat gloeien.

De Perseïdenactiviteit neemt eind juli 's nachts geleidelijk toe van enkele vallende sterren, tot ongeveer
honderd per uur rond het maximum in de tweede helft van de nacht op 13 augustus.


Perseïden

Kaartje van de noordoostelijke horizon (kijkrichting) van half augustus omstreeks 1 uur 's nachts.
Meteoren lijken vanuit het sterrenbeeld Perseus te komen.

Rond 24 augustus heeft de aarde de baan van komeet Swift-Tuttle weer verlaten.



GOCE toont eerste gegevens
2 juli 2010


De Goce-satelliet heeft de eerste geoïdegegevens over de afgelopen maanden november
en december verwerkt, hierop is goed te zien hoe de zwaartekracht op aarde is verdeeld.


Zwaartekracht op aarde

Geoïde is een denkbeeldige vorm van wereldwijde oceaanstromingen die beïnvloed wordt door
de zwaartekracht, waarbij getijden en stromingen ontbreken. Het is belangrijk voor het nauwkeurig meten van stromingen in de oceanen, zee-niveauveranderingen en het smelten van ijs door de klimaatverandering.



LOFAR ontwikkelt grootste radiotelescoop van de wereld
12 juni 2010


Met een doorsnede van ruim duizend kilometer is het de grootste telescoop ter wereld.
Op 12 juni wordt het Nederlandse deel van LOFAR officieel in gebruik genomen en begint
een nieuw tijdperk in de radiotelescopie. Het middelpunt van de nieuwe radiotelescoop
de LOFAR, LOw Frequency ARray staat in Drenthe bij Borger.
Nog nooit is er op deze manier naar het heelal geluisterd.

Het heelal straalt in vele kleuren, van gammastraling tot zichtbaar licht en van infrarood
tot radiogolven. LOFAR richt zich op lange radiogolven uit het oude heelal.


LOFAR terrein

De LOFAR-antennes lijken op vierpotige spinnen van minder dan twee meter hoog en zijn
zo geplaatst dat ze het landschap zo min mogelijk verstoren. Ze werken net als de antenne
van een radio, alleen met een veel hogere nauwkeurigheid. De 7000 antennes van LOFAR staan
in groepjes over een groot deel van Europa verspreid in de vorm van een vijfarmige ster.


Antennes

De armen strekken zich uit van Drenthe tot Zuid-Limburg, Duitsland en worden aangevuld
met antennes in Zweden, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De eenvoudige radio-antennes
(samen ongeveer dertigduizend), staan gegroepeerd in 44 stations en zijn met elkaar verbonden
via een heel snel glasvezelnetwerk, dat de meetgegevens doorgeeft aan een centrale supercomputer.

Deze computer combineert alle signalen tot een scherp beeld van de radiostraling die door objecten
in het heelal wordt uitgezonden. Andere arrays van radiotelescopen bestaan uit schotelantennes,
die hebben als nadeel dat ze gericht moeten worden op het object dat onderzocht wordt.


Met behulp van LOFAR kunnen sterrenkundigen de komende jaren onderzoek gaan doen
naar de alleroudste sterren, de sterrenstelsels in het heelal en de eerste objecten die
zich vormden na de oerknal. LOFAR verricht ook metingen aan de kosmische straling
die de aarde bereikt en de magnetische activiteit van de zon.

Het LOFAR-netwerk wordt aan sensoren gekoppeld die weer- en klimaatinformatie doorgeven
en geologische metingen verricht om te kijken of de bodem in Noord-Nederland verzakt.

1 juni maakte LOFAR de eerste gedetailleerde opname van quasar 3C196, een actieve kern
van een ver sterrenstelsel. De opname is verkregen door vijf Nederlandse antennestations
te verbinden met drie Duitse stations.


LOFAR opname van quasar 3C 196



Uitbarsting onder IJslandgletsjer Eyjafjallajoekull
20 april 2010


Envisat maakte op 15 en 19 april 2010 opnames met de MERIS,
de Medium Resolution Imaging Spectrometer van de Eyjafjallajoekull vulkaan.


Vulkaanuitbarsting Eyjafjallajoekull op IJsland, 15 april

De enorme grijze wolk van vulkanische as is meer dan 1000 km
lang en verplaatst zich van west naar oost op een hoogte van
ongeveer 11 km boven de oppervlakte van de aarde.


Eyjafjallajoekull vulkaan, 19 april

De vulkaan stoot weer as en stoom uit sinds haar recente uitbarsting die op
20 maart begon. De pluim zichtbaar in bruin-grijs, is ongeveer 400 km lang.




IJslandse vulkaan



Cryosat-2 succesvol gelanceerd
8 april 2010


De ESA heeft donderdag 8 april de CryoSat-2 satelliet met succes gelanceerd.
Een omgebouwde langeafstandsraket van de voormalige Sovjet-Unie brengt
de satelliet in een baan om de aarde, vijf jaar na het neerstorten van de CryoSat.
De CryoSat-2 onderzoekt vooral Groenland en het zuidpoolgebied,
de twee grootste ijsmassa's op aarde. Door een signaal naar het oppervlak van
de aarde te sturen en de manier waarop dat signaal wordt teruggekaatst, kunnen
wetenschappers afleiden hoe hoog een ijsschots of een ijsberg is.


Lancering CryoSat-2

De satelliet gaat natuurlijke en door de mens veroorzaakte veranderingen
in de poolgebieden meten. CryoSat-2 gaat minstens drie jaar lang
hoogteverschillen meten van de uitgestrekte ijsvlakten op de polen.

Tijdens de missie zal de satelliet elke plek op aarde meerdere keren meten,
zodat veranderingen zichtbaar worden.


IJsmetingen

CryoSat-2 is niet het eerste instrument waarmee het poolijs vanuit de ruimte in de gaten
wordt gehouden. In 1978 lanceerden de Amerikanen hun weerkunstmaan Nimbus-7.

De ESA bracht in 2002 de Envisat in de ruimte, die ook metingen aan het poolijs
verrichtte, gevolgd door ICESat van de NASA. Envisat werkt nog steeds,
bij ICESat stopte het belangrijkste meetinstrument vorig jaar oktober met werken.



Golfstroom zwakt niet af
31 maart 2010


Er zijn geen aanwijzingen dat de Golfstroom afzwakt.
De sterkte van de Golfstroom is sinds de jaren negentig
zelfs wat toegenomen, dit blijkt uit aanvullende- en
controlegegevens van satellietmetingen in de oceaan.

De oceaanstroming voert relatief warm water van de Golf van Mexico
naar het noordwesten van Europa en zorgt daar voor zachte winters
en voert op grote diepte weer koud water terug naar het zuiden.

Eerdere klimaatmodellen gaven aan dat de dichtheidsverschillen
onder invloed van het broeikaseffect zo zouden veranderen dat de cyclus
zou afzwakken of zelfs stilvallen. Dan zou minder warm water richting
Noordwest-Europa stromen, zodat het daar kouder zou worden.
Verbeterde modellen sluiten inmiddels uit dat de Golfstroom stilvalt.


Warme golfstroom op aarde

De drijvende kracht achter de Golfstroom wordt onder meer
gevormd door dichtheidsverschillen in het zeewater
die weer door zoutgehalte en temperatuur worden bepaald.

Tussen 2000 en 2007 werden met het project Argo drieduizend
zelfregistrerende boeien in de oceanen geworpen die zelfstandig
afdaalden tot een paar duizend meter diep en daar
de heersende stroomsterkte rechtstreeks opmaten.


Argo project

Toekomstige klimaatmodellen voorspellen dat de Golfstroom zal
vertragen als broeikasgassen de aarde opwarmen en smeltend ijs,
warm zoet water naar de oceaan brengt. Warm, zoet water is lichter
en zakt minder gemakkelijk naar beneden dan koud, zout water.



Lancering Cryosat-2
31 maart 2010


De nieuwe lancering van Cryosat-2 is nu vastgesteld op 8 april
vanaf het Baikonur Cosmodrome in Kazachstan en komt op een
hoogte van 700 kilometer in een baan om de aarde te draaien.


Reparatie CryoSat2

Het probleem met de brandstofreserve van de draagraket
werd een week voor de lanceerdatum van 25 februari ontdekt
en is door een wijziging van de software nu hersteld.



Eerste botsingen LHC
30 maart 2010


In de LHC is dinsdag zes minuten over één, na twee mislukte
pogingen het experiment met de eerste botsingen (3,5 tera-elektronvolt)
tussen extreem energierijke deeltjes begonnen.

Wetenschappers willen bundels van protonen, die elk ongeveer
zes miljard deeltjes bevatten, de bouwstenen van waterstofatomen,
met de snelheid van het licht, op elkaar laten botsen.
Om de vier uur wordt de versneller gevuld en versneld,
het duurt tien uur om ze te laten botsen tot ze op zijn.
Per seconde kunnen zeshonderd miljoen protonbotsingen plaatsvinden,
de versneller wordt dan gevuld met twee keer 2800 pakketjes.

Doel is het nabootsen van mini-oerknallen, die een beter inzicht
moeten geven in het ontstaan van het heelal. Nooit eerder
zijn deeltjesbotsingen met 7 tera-elektronvolt gerealiseerd.


Eerste botsingen in de LHC

Tegenstanders vrezen dat de proef zwart gaten kan creëren,
die de ondergang van de wereld kunnen inluiden. Men hoopt door LHC-metingen meer te weten te komen over
de donkere materie, het ontbreken van antimaterie in het heelal,
de oorsprong van de massa van bekende deeltjes.

Resultaten worden op z'n vroegst over enkele jaren verwacht.
De LHC zal 18 tot 24 maanden op volle snelheid draaien.
Eind 2011 volgt een jaar noodzakelijk onderhoud.
Op het Higgsdeeltje moeten we waarschijnlijk nog een tijdje wachten,
totdat de LHC een nog twee keer zo hoge botsingsenergie bereikt.

Inclusief het denkwerk, is er 30 jaar aan dit apparaat met de meest
geavanceerde hightech gewerkt. Er zijn duizenden mensjaren en
zes miljard euro's in gestoken, met de hoop onbekende ontdekkingen
te kunnen doen in de deeltjesfysica, de bouwstenen van
de kosmos en de krachten die de deeltjes bijeenhouden.

Het belangrijkst is het vinden van het Higgsdeeltje, dit moet verklaren
hoe alle andere bouwstenen van de kosmos aan hun massa komen.
Dit deeltje zou de kroon kunnen worden op het Standaard Model
dat door deeltjesfysici in de loop van de jaren zeventig werd gemaakt.
Het model rangschikt de bouwsteentjes van de materie in twee families
en beschrijft de krachten die deze deeltjes tot materie bijeenbinden.


Atla-detector

Atlas-detector is 25 meter hoog en 46 meter lang.



Update record voor LHC
23 maart 2010


Op dinsdag 30 maart worden in de LHC voor het eerst atoomdeeltjes
op volle snelheid met elkaar in botsing gebracht.

Bundels met protonen, de bouwstenen van atomen, worden dan versneld
tot elk 7 tera-elektronenvolt. Natuurkundigen gebruiken deze energie-eenheid
voor dit soort experimenten. Nog niet eerder is zo'n hoge energie opgewekt.

De deeltjesversneller LHC kan zijn eigen record, dat vorige week
bij een test werd gevestigd, verbreken.



Record voor LHC
20 maart 2010


Vrijdag 19 maart zijn technici van de LHC er voor het eerst in geslaagd
de protonenbundels een recordsnelheid van te geven van 3,5 TeV.

Dit was een test en nog geen echte botsing, waarbij delen
van atomen met elkaar botsen en fragmenten vrij komen
die inzicht geven in de kleinste bouwstenen van materie. Bij deze energie zal de LHC tot 2011
botsingen van protonen gaan produceren, oplopend tot een energie van 7 TeV.
Op vier punten in de versneller gaan grote detectoren dit waarnemen.


LHC bereikt record

Met de botsingen worden de gebeurtenissen na de oerknal nagebootst.
De hoop is deeltjes te vinden die slechts in theorie bestaan,
zoals in het bijzonder het Higgs-Boson. Vanaf eind 2011, na de noodzakelijke aanpassingen door constructiefouten,
kan de volledige capaciteit van 14 TeV worden bereikt.



LHC een jaar in onderhoud
10 maart 2010


Eind 2011 wordt de LHC een jaar stilgelegd voor aanpassingen
aan de tunnel, die nodig zijn voor de hoge stroom.
In de LHC is een aantal verbindingen onvoldoende toegerust voor
de hoge stroom die bij de hoogste deeltjesenergie van 7 TeV vereist is.


In de 100 meter diepe tunnel worden atomen met elkaar in botsing gebracht om de oerknal
na te bootsen om zo het ontstaan van het heelal te kunnen verklaren.



Door de aardbeving in Chili draait de aarde sneller
2 maart 2010


De zware aardbeving op 27 februari in Chili, met een kracht van 8,8 op de schaal van Richter,
duurde ongeveer anderhalve minuut en werd gevolgd door tientallen naschokken.
Het epicentrum lag tientallen kilometers diep onder de zeebodem bij het midden van Chili.

In steden die dicht bij het epicentrum lagen, zoals Concepción, is de schade aanzienlijk.
De tsunami die op de aardbeving volgde, blijkt een grotere tol te hebben geëist dan
aanvankelijk was verwacht. Een deel van de kust werd verwoest door vloedgolven.

De foto hieronder is van een eiland voor de kust van Chili, gemaakt na de aardbeving
door de Japanse astronaut Soichi Noguchi aan boord van het ISS.
Je ziet modder in de zee, losgemaakt door de aardbeving.


Eiland bij Chili

De aardbeving heeft de dagen op aarde korter gemaakt. Op basis van een eerste berekening
gaat de NASA er vanuit dat de aarde er nu 1,26 microseconde korter over doet om
een keer om zijn as te draaien. Een microseconde is een miljoenste van een seconde.
Doordat de wereldmassa nu anders is verdeeld, gaat de aarde sneller draaien.
Je kunt het vergelijken met een kunstschaatser die zijn armen
intrekt tijdens een pirouette om sneller te draaien.

Ook de stand van de figuuras van de aarde, de centrale lijn van de massaverdeling, is veranderd.
Uit berekeningen blijkt dat de uiteinden daarvan 8 centimeter zijn opgeschoven.
De figuuras valt niet precies samen met de noord-zuidas, maar heeft een afwijking van ongeveer tien meter.


Terra satelliet fotografeert aarde

Het is zeker niet de eerste keer dat de aarde sneller of langzamer gaat draaien.
Ook de beving die in 2005 de tsunami in Azië veroorzaakte had een meetbaar effect
op de draaiing en sindsdien duurt een dag 6,8 microseconden korter.
Dat betekent dat we over ruim 2100 jaar de klok een seconde terug moeten zetten.



CryoSat-2 lancering
25 februari 2010


De lancering op 25 februari van CryoSat-2 vanaf het Baikonur Cosmodrome
in Kazachstan is nog even uitgesteld.

Het uitstel heeft te maken met de sturende motor (tweede fase) van de Dnepr-draagraket
of de brandstoftoevoer wel voldoende is om CryoSat-2 in de goede baan te brengen.


Cryosat-2 ingepakt voor vertrek

20 November 2009 ingepakt en op 12 januari 2010 werd CryoSat-2 verscheept naar Kazachstan.

Vanaf een hoogte van iets meer dan 700 km zal CryoSat-2 precies de veranderingen
volgen in de dikte van het zee-ijs en variaties in de dikte van de ijskappen
en ijslagen op het land met een nauwkeurigheid van 1 centimeter.
Hiervoor heeft de satelliet, die 700 kilogram weegt, o.a. een microgolfradar aan boord.


Cryosat-2

CryoSat-2 is de derde satelliet in een serie van drie Earth Explorers van de ESA.



LHC mist misschien Higgsdeeltje
11 februari 2010


De LHC zal tot eind 2011 op halve kracht, 3,5 Tera-elektronvolt, draaien, hierdoor
wordt het Higgsdeeltje waarschijnlijk niet in Europa ontdekt, maar bij Fermilab in
de Verenigde Staten, een kleinere Tevatronversneller (deeltjesenergie 1 TeV).


Fermilab, de Tevatronversneller

In de LHC zijn meer verbindingen onvoldoende toegerust voor de hoge stroom
die bij de hoogste deeltjesenergie van 7 TeV vereist is. Eind 2011 wordt de LHC
een jaar stilgelegd voor de aanpassingen die hiervoor nodig zijn.

Als het Higgsdeeltje licht is dan duurt het nog tot 2014 of 2015 voordat het
in de LHC wordt gevonden. Het Higgsdeeltje geldt als het sluitstuk van het
zogeheten Standaardmodel, dat alle bekende bouwsteentjes beschrijft,
en ook de drie krachten die hen samenbindt tot materie.


Fermilab van binnen



Afkoeling van de aarde
1 februari 2010


Uit meetgegevens van de stratosfeer blijkt dat daar een daling van het watergehalte plaatsvindt,
hiermee denken onderzoekers een verklaring te hebben gevonden voor de recente vertraging
in de opwarming van de aarde. Vanaf 1970 steeg de gemiddelde temperatuur op aarde
met ongeveer 0,13°C per decennium. De daling van de temperatuur begon rond 2000.

De stratosfeer is de luchtlaag gelijk boven de troposfeer die op ongeveer 12 km hoogte begint.
De laag is ijl en koud en bevat maar heel weinig waterdamp. Klimatologen gingen er vanuit
dat de afkoeling te maken had met het El Niño-verschijnsel of met de ongewoon inactieve zon.

Sinds 1980 wordt het watergehalte met regelmatig gemeten, vanaf 1995 door satellieten.
Hieruit blijkt dat het waterdampgehalte van de stratosfeer tussen
1980 en 2000 sterk steeg en daarna weer met 10 procent afnam.


Ballon voor onderzoek in de stratosfeer (boven Zweden)

Waterdamp is een broeikasgas dat de warmte opneemt die het aardoppervlak uitstraalt
en dat vervolgens weer in alle richtingen verspreid. Meer waterdamp in de stratosfeer
geeft daar afkoeling, terwijl het de troposfeer juist opwarmt.

Het water in de stratosfeer ontstaat door oxidatie van methaan
en door aanvoer vanuit de troposfeer. De grootste aanvoer komt van
het tropische deel van de Stille Oceaan, maar die aanvoer wisselt behoorlijk.

Door de daling van het watergehalte is waarschijnlijk de opwarmingsnelheid
van de troposfeer met 25 procent verminderd. Aan de andere kant heeft
de toename van het watergehalte voor 2000 de temperatuurstijging waarschijnlijk
versterkt. Verder onderzoek is nodig om tot de juiste conclusie te komen.



Kwal aan de Noorse hemel
27 januari 2010


De Noorse fotograaf Per-Arne Mikalsen, maakte op 20 januari prachtige foto's
van het noorderlicht in het noorden van Noorwegen.
Maar er lijkt iets vreemds op te staan, een soort kwal in de kleur van het noorderlicht.


Kwal aan de Noorse hemel

Men denkt dat het een weerkaatsing is van het noorderlicht op een satelliet.
De metalen platen van satellieten zijn vaak zo gemaakt dat ze de zonnedeeltjes van
het noorderlicht weerkaatsen, maar waarom zien we dan niet vaker kwalletjes aan de hemel?


Russische raket stort neer

Weerkaatsing van het noorderlicht kan natuurlijk ook een mislukte test van een Russische raket zijn.
Dit spiraalvormige lichtverschijnsel was de spionagesatelliet US 193, die neerstortte.



LHC winterstop
2 januari 2010


De LHC staat nu stand-by tot februari 2010. De deeltjesversneller wordt tijdens
een korte technische stop voorbereid op nog hogere energieën.
Daarna zal de LHC beginnen met het eigenlijke onderzoeksprogramma.


De belangrijkste mijlpalen van dit jaar: 11 september
De laatste sector van de LHC is gekoeld tot -271 °C.

26 oktober
Na meer dan een jaar bevinden zich weer deeltjes in de versneller.

20 november
Een bundel protonen heeft met de wijzers van de klok mee de 27 km lange ring
met 10 miljoen toeren per seconde afgelegd.
Een andere bundel heeft tegen de wijzers in het traject ook afgelegd,
nu met een snelheid van 11.000 toeren door de tunnel.
De detectoren nemen halo's van afgeremde bundels protonen waar.

23 november
De twee bundels protonen bewegen tegelijk door de tunnel in een tegengestelde richting.
Later op de dag vinden de eerste kleine botsingen in de vier grote detectoren
ATLAS, CMS, ALICE en LHCb plaats.

29 november
De bundel protonen bereikt een energie van 1180 GeV en breekt daarmee
het wereldrecord van de Tevatron, de deeltjesversneller van Fermilab.
Even later bereikt de bundel protonen een energie van 1,18 TeV.

6 december
In de LHC starten de eerste botsingen met een energie van 900 GeV. Detectoren verzamelen data.

11 december
De LHC is begonnen met de circulatie van bundels met een hogere energie
dan 450 GeV per bundel, met als doel 1 miljoen botsingen voor de detectoren.
Op 14 december zijn er meer dan 1 miljoen botsingen van 900 GeV en ongeveer 50.000 van 2,36 TeV.

16 december
Om 18.03 CET stopt de LHC voorlopig met draaien.



Hoge aardatmosfeer koelt af
15 december 2009


Metingen van de TIMED satelliet, Thermosphere Ionosphere Mesosphere Energetics and Dynamics,
gelanceerd in 2001 van de NASA, laat een sterke afkoeling van de hoge atmosfeer van de aarde zien,
tussen de zon en de thermosfeer, het gebied honderd kilometer boven de aardse atmosfeer.

Deze afkoeling houdt verband met de afnemende zonneactiviteit. Deze bevinding is ook in overeenstemming
met de voorspelling dat deze luchtlaag afkoelt door de verhoogde uitstoot van CO2.


Atmosfeer aarde

Over de thermosfeer en exosfeer, is nog niet erg veel bekend.
TIMED onderzoekt de atmosfeer op hoogten van zestig kilometer en meer.
Uit de metingen van de afgelopen acht jaar blijkt dat dit hoge, ijle deel van
de atmosfeer reageert op de afname van de zonneactiviteit over dezelfde periode.
De temperatuur van de thermosfeer kan sterk schommelen, de gemiddelde temperatuur
boven 300 kilometer is ongeveer 427 graden Celsius tijdens een zonneminimum
en 927 graden Celsius tijdens een zonnemaximum. De warmte is niet voelbaar,
daar de moleculen in dit deel van de atmosfeer te ver van elkaar verwijderd zijn.


TIMED

Onderzoekers verwachten dat door de langzaam oplopende zonneactiviteit de temperatuur
op grote hoogten de komende jaren weer zal stijgen. Voor het klimaat aan
het oppervlak van de aarde hebben de lagere temperaturen geen gevolgen.



LHC bereikt een nieuw record
1 december 2009


Sinds 29 november produceert de LHC deeltjes met een hogere energie
dan welke deeltjesversneller op aarde ooit heeft gehaald.

De protonenbundels bereikten een energie van 1,18 TeV, TeraElectronVolt,
dit is een biljoen electronvolt. Het vorige record stond op 0,98 TeV
dat in 2001 werd bereikt in de Tevatron-versneller in Amerika.


LHC metingen via de computer

De LHC is nog niet op volle sterkte, in het eerste kwartaal
van 2010 moet een energie worden bereikt van 7 TeV.



LHC
25 november 2009


Dinsdag 24 november werd de circulatie van de protonen in de tunnel met
twintig procent versneld. Elfduizend keer per seconde legden de deeltjes, dinsdag
de 27 kilometer lange afstand in de tunnel af, een circulatie die de lichtsnelheid naderde.

Uiteindelijk worden in de LHC de omstandigheden nagebootst
zoals die één tot twee biljoenste van seconde na de oerknal waren.

De protonen worden dan in tegengestelde richtingen op elkaar afgevuurd
en in botsing met elkaar gebracht. Op deze manier hoopt men meer inzicht
te krijgen in donkere materie, antimaterie en supersymmetrie.



LHC weer opgestart
23 november 2009


Na meer dan een jaar draaien de deeltjes, de protonen, weer in de LHC en volgende week
hopen de versnellerexperts de deeltjes bij lage energie te laten (proef)botsen.

Vorig jaar raakte de LHC negen dagen nadat deze voor het eerst was opgestart,
zwaar beschadigd door kortsluiting tussen twee supergeleidende magneten.
Het herstel kostte ruim een jaar, er werden 53 supergeleidende magneten vervangen
en extra voorzieningen toegepast voor de veiligheidskleppen voor het heliumsysteem.


Deeltjes botsen in LHC

De supergeleidende magneten worden in december ingeschakeld, als dit goed gaat,
kunnen de deeltjes tot extreem hoge energie worden versneld. Het zal nog wel
enkele maanden gaan duren voordat de LHC weer op volle kracht draait.



LHC loopt vertraging op
8 november 2009


De deeltjesversneller, de Large Hadron Collider (LHC), is opnieuw stilgelegd.
Een vogel heeft waarschijnlijk een stukje brood in het apparaat laten vallen.
De supermagneten raakten door een storing overhit en moest worden stilgelegd.

Volgens het CERN wordt de LHC 21 november weer in werking gezet.
Sinds oktober wordt stap voor stap de deeltjes weer binnengeleid.

De deeltjesversneller was nog maar een week in gebruik nadat
een heliumexplosie eind vorig jaar ook al voor problemen zorgde.


LHC magneten



Vulkaanuitbarstingen kunnen Afrika in tweeën splitsen
8 november 2009


Wetenschappers hebben door een nieuwe studie gegevens verzameld,
die er op wijzen dat vulkaanuitbarstingen het continent Afrika
uiteindelijk door een nieuwe oceaan in tweeën zal worden gespleten.

Tijdens het onderzoek is een 500 meter lange en 60 meter diepe kloof in het noordoosten
van Ethiopië bestudeerd, die ontstond na twee vulkaanuitbarstingen in 2005.
Onder de aarde ontstond deze kloof onder invloed van een 60 kilometer lange dijk van magma.
Hierdoor kan zich een rift vormen, dit is een gebied waar tektonische platen
in de aardkorst uit elkaar bewegen, waardoor het mogelijk is dat er een
nieuwe oceaan ontstaat die Afrika zal opdelen in twee stukken.


Nieuwe oceaan in Afrika

Wanneer de rift verder open splijt en de kust bereikt, kan de kloof in Ethiopië pas vollopen
met zeewater. Dit proces kan nog zeker 4 miljoen jaar duren.
De onderzoekers zijn verbaasd over de snelheid waarmee de rift in Ethiopië is ontstaan.



ESA-satellieten met succes gelanceerd
2 november 2009


Vannacht om 2u50 zijn de twee satellieten gelanceerd en in een baan om de aarde gebracht.


Lancering SMOS en Proba-2



Nederland betrokken bij dubbele satellietlancering
1 november 2009


Maandag 2 november worden twee satellieten door de ESA gelanceerd met een Russische raket
vanaf de lanceerbasis Plesetsk, de SMOS (een watermissie) en Proba-2, Project of Onboard Autonomy.
Bij beide missies is Nederland nauw betrokken.

SMOS, Soil Moisture and Ocean Salinity, werd ontwikkeld vanuit ESTEC, het technisch
centrum van de ESA, en ook zijn meetinstrumenten werden hier getest.


SMOS

De Nederlandse ruimtevaartindustrie heeft twee nieuwe technologieën voor de Proba-2 ontwikkeld,
een koelgasgenerator en een geavanceerde zonnesensor, voor onderzoek aan de zon.
SMOS gaat de komende drie jaar onderzoek doen naar het zoutgehalte in de oceanen,
de atmosfeer, de waterkringloop op aarde en de hoeveelheid vocht in de aardbodem.

Het onderzoek heeft ook te maken met klimaatverandering.
Als het aardoppervlak droger wordt, wordt de lucht erboven minder vochtig.
Daardoor stijgt de temperatuur, waardoor meer zeewater verdampt en het zoutgehalte toeneemt.

Wanneer zeeën zouter worden kan de loop van oceaanstromen veranderen,
waardoor het klimaat op sommige plekken drastisch anders kan worden.
SMOS moet dat proces in kaart brengen.


Proba-2

Aan het eind van de lancering wordt eerst SMOS losgelaten en daarna Proba-2.
De Proba satellieten zijn de kleinste ruimtevaartuigen die ESA lanceerd.
Proba-2 is de tweede in de serie en werd acht jaar na Proba-1 gebouwd
door de Belgische firma Verhaert uit Kruibeke in opdracht van ESA.



Vuurbol boven Nederland
14 oktober 2009


Dinsdagavond 13 oktober om 18u59, is vanuit vrijwel heel Nederland een
extreem heldere meteoor (ongeveer magnitude -8) zichtbaar geweest.

Deze vuurbol was ook in België en Duitsland waargenomen en trok in enkele seconden
van het noorden naar het noordoosten, en viel in verschillende brokstukken uiteen.
Bij Groningen werden ook onweersachtige geluidseffecten en trildende ramen gemeld.

Een vuurbol ontstaat wanneer een grote ruimtesteen met hoge snelheid de dampkring
van de aarde binnendringt. De meteoor was waarschijnlijk een steen met een middellijn
van een centimeter of dertig en er zijn geen (grote) meteorieten op aarde neergekomen.


Vuurbol boven Nederland

Het KNMI bevestigde dinsdagavond dat de seismoloog van het instituut om 19.05 uur een duidelijk
signaal heeft geregistreerd dat wijst op een meteoor, die over het noorden van Nederland scheerde.



Meteoor waargenomen
22 augustus 2009


Zaterdag 15 augustus is vanuit Nederland en België rond 10 uur 's avonds een zeer heldere meteoor
te zien geweest. De kop van de meteoor was groenachtig, de staart oranje.
Ook braken er deeltjes van de meteoor af.


Heldere meteoor boven Nederland

Het verschijnsel duurde drie tot vijf seconden en werd waarschijnlijk veroorzaakt
door de verbranding van een klein brokje gesteente uit de ruimte.
Het bewoog vrij traag en leek uit de richting van het sterrenbeeld Zwaan te komen.



Weer uitstel LHC
29 juli 2009


CERN was klaar met het repareren van de schade die vorig jaar september ontstond
bij een heliumlek in de LHC, maar nu is er een nieuw probleem ontstaan.

Er zijn twee vacuümlekken in delen van de deeltjesversneller ontdekt,
waar ultralage temperaturen moeten heersen. Men moet deze ruimtes
op warmen om een reparatie uit te kunnen voeren, wat betekent
dat het project pas medio november van start kan gaan.


Reparatie LHC



Envisat-missie verlengd
6 juni 2009


ESA heeft de succesvolle Envisat-missie verlengd tot 2013.
De grootste en meest geavanceerde satelliet tot nu toe, heeft sinds 2002
veel waarnemingen en voorspellingen gedaan, met 10 verschillende instrumenten,
die gegevens verzamelen over atmosfeer, land, zee en ijs van de aarde.


Envisat



GOCE zoekt zijn plek
6 juni 2009


De elektrische ionenaandrijving van de GOCE kan zelf goed afremmen en compenseren,
ondanks de geringe luchtweerstand op 250 kilometer hoogte boven de aarde.

Dit is belangrijk omdat GOCE in een heel stabiele baan om de aarde moet draaien,
om gedurende 24 maanden, precisiemetingen van het zwaartekrachtsveld te kunnen
uitvoeren, daarom is de satelliet zo gestroomlijnd mogelijk gebouwd.


GOCE boven de aarde

De ionenmotor voert steeds kleine correcties uit door xenonionen uit te stoten.
De volgende opdracht is het ijken van de gradiometer.



De ruimte begint op 118 kilometer hoog
11 april 2009


Het grensgebied tussen atmosfeer en ruimte ligt op een hoogte van 118 kilometer
boven het aardoppervlak. Dit is onderzocht is door de Supra-Thermal Ion Imager,
een Canadees experiment aan boord van de Joule II-raket,
die op 19 januari 2007 in Alaska werd gelanceerd.


Hoogte atmosfeer

Onderzoekers verrichtten metingen aan het overgangsgebied tussen de ijle bovenste
lagen van de dampkring van de aarde en de ionosfeer, hier bewegen elektrisch
geladen deeltjes met snelheden tot meer dan duizend kilometer per uur.
Ruimtevaartorganisaties hanteren een hoogte van 100 kilometer als de grens van de ruimte.



Meteorieten gevonden in Soedan
31 maart 2009


In de Nubische woestijn in Soedan zijn na een zoektocht 47 meteorieten
gevonden, samen hebben ze een gewicht van vier kilogram.
De meteorieten zijn afkomstig van de 4 meter grote planetoïde 2008 TC3.
Hij is ontdekt op 6 oktober en twintig uur later in onze dampkring verbrand.


Meteoriet in de Nubian woestijn

Op de foto van de Nubian woestijn geven de witte cirkels de afstand aan
en de rode stippen de plaats waar de meteorieten zijn gevonden.

Het is nog niet eerder gebeurd dat sterrenkundigen een kosmische inslag van te voren
aan zagen komen. De doorsnede van de grootste meteoriet is ongeveer tien centimeter.

De meteorieten bestaan uit zeldzaam anomaal ureiliet, een heel poreus
en koolstofrijk materiaal, dat nog niet eerder in meteorieten is ontdekt.
2008 TC3 is een planetoïde uit de F-klasse, en er zijn aanwijzingen dat 2008 TC3
een brokstuk is van de grotere planetoïde 1998 KU2 (uit de F-klasse).


Stukje meteoriet van TC3



GOCE-satelliet gelanceerd
17 maart 2009


In Plessetsk op de noordelijke Russische ruimtehaven is gisteren de lancering van de Russische
Rockot-draagraket met de GOCE, Gravity field and steady-state Ocean Circulation Explorer,
de zwaartekrachtsatelliet van de ESA, 24 uur uitgesteld.

De missie kost 350 miljoen euro. Met al ruim een half jaar vertraging vanwege een probleem
met de baaninjector Breeze-KM, moest de omgebouwde ballistische raket om 15.21 uur Nederlandse
tijd vertrekken. Door een probleem met de lanceertoren ging de lancering maandag niet door.
Dinsdagmiddag wordt een tweede poging gedaan om GOCE te lanceren.


GOCE gelanceerd

GOCE, waaraan ook de TU Delft sinds de jaren tachtig meewerkt, gaat de zwaartekracht
van de aarde, twee jaar lang, heel nauwkeurig onderzoeken. De verdeling van massa in
de aarde veroorzaakt wisseling in de zwaartekracht, de metingen gaat GOCE in kaart
brengen en zijn wel honderd keer nauwkeuriger dan van eerdere satellieten.


GOCE-satelliet

Met de gegevens wordt een model gemaakt van de ideale zeespiegel, dit is het vlak
waarop het water tot rust zou komen als er geen wind en getijden waren.
Dit model, te vergelijken met bergen en dalen op het land, is belangrijk voor onderzoek
aan de loop van oceaanstromen, verschil in zeespiegelstijging, de verandering van het klimaat,
en het ontstaan van aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Als de satelliet straks werkt voert
de TU een deel van de controles uit om te kijken of alle meetinstrumenten goed werken.

De GOCE, ook wel De Ferrari onder de ruimtevaartuigen genoemd, gaat op
een hoogte van ongeveer 270 kilometer rond de aarde draaien.
Op deze hoogte gaat de dampkring langzaam over in het luchtledige en zijn
nog sporen van lucht en wind, die de GOCE uit koers kunnen brengen.


GOCE

GOCE heeft daarom een slanke, aerodynamische vorm gekregen om dit tegen te gaan.



Satellietbotsing veroorzaakt veel ruimtepuin
12 februari 2009


Twee communicatiesatellieten, een Amerikaanse en een Russische zijn dinsdag
tegen elkaar gebotst met een snelheid van tienduizenden kilometers per uur,
hierdoor is een enorme hoeveelheid ruimtepuin ontstaan.

Het gaat om een Amerikaanse Iridium 33-satelliet, gelanceerd in 1997, gewicht 560 kilogram
en de Russische Cosmos 2251-kunstmaan, die al 10 jaar niet meer werkte, gelanceerd in 1993
deze woog 900 kilogram. De satellieten bevonden zich in een baan op 790 km hoogte boven Siberië.

Er zijn al 600 brokstukken gevonden. De kleine en grote brokstukken kunnen een bedreiging zijn
voor andere satellieten of ruimtevaartuigen, en misschien voor het internationale ruimtestation ISS.
Het ISS bevindt zich op 354 kilometer hoogte en kan als dit nodig is een uitwijkmanoeuvre uitvoeren.
De geplande lancering later deze maand van de spaceshuttle Discovery gaat ook gewoon door.


Iridium satelliet

Waarom niemand de botsing heeft zien aankomen is nog onduidelijk.
Het Amerikaanse Strategic Space Command houdt met radar de banen en bewegingen
van 18.000 satellieten en brokstukken groter dan 10 centimeter in de gaten.

Een botsing van deze omvang is nog niet eerder voorgekomen.
Wel vernietigde China een weersateliet op ongeveer deze hoogte.

Het is drie keer eerder voorgekomen dat twee ruimtevaartuigen met elkaar in botsing kwamen,
maar bij die botsingen was veel minder ruimtepuin vrijgekomen dan bij deze botsing.

Sinds 1957 zijn zesduizend satellieten in een baan om de aarde gebracht.
Volgens de NASA werken er nog drieduizend.



LHC langer buiten werking
11 februari 2009


De versneller wordt niet in het voorjaar in gebruik genomen, maar eind september.
Het Europese onderzoeksinstituut CERN in Geneve maakte dit maandag bekend.


LHC tunnel

De tunnel ligt 100 meter onder de grond, op de foto worden supergeleidende magneten geplaatst.



Rotsblok draait, net als de aarde, rond de zon
28 januari 2009


Half januari hebben sterrenkundigen een rotsblok met een doorsnede van ongeveer
10 meter ontdekt dat in vrijwel dezelfde baan om de zon draait als de aarde.

De planetoïde 2009 BD, bereikte 25 januari zijn kleinste afstand tot de aarde, ongeveer
640.000 kilometer, de afstand van de aarde tot de maan is ongeveer 325.000 kilometer.


Baan van planetoïde 2009 BD

De baan van 2009 BD is iets excentrischer en geheld dan bij de aarde en draait in
369,3 dagen rond de zon, de aarde in 365,25 dagen.

Uit berekeningen blijkt dat de rotsblok tot november 2010 op minder dan vijftien miljoen
kilometer afstand zal blijven. Van 2009 BD is voorlopig geen inslaggevaar te verwachten.



2008 duurt een seconde langer
31 december 2008


Net als drie jaar geleden wordt aan het eind van dit jaar een schrikkelseconde toegevoegd.
Dit betekent dat 23 uur, 59 minuten en 59 seconden wordt gevolgd door
23 uur 59 minuten en 60 seconden en dan 00 uur, 00 minuten en 00 seconden.

Deze seconde wordt in alle tijdzones tegelijk ingevoerd om middernacht universele (wereld) tijd,
hierdoor komt er bij ons niet om 12 uur een seconde bij maar om 1 uur.

Het invoeren van schrikkelseconden is nodig om de officiële tijd gelijk te laten lopen
met de werkelijke draaiing van de aarde, deze is niet constant gelijk, maar vertraagt
heel langzaam, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de getijdenwerking van de maan.


Schrikkelseconde

Daar 2008 ook een schrikkeljaar was, is 2008 het langste UTC-jaar sinds 1992,
toen werden ook een dag en een seconde toegevoegd.
De schrikkelsconde wordt voor de 24ste keer sinds 1972 toegevoegd.

Schrikkelseconden en schrikkeldagen hebben niets met elkaar te maken, schrikkelseconden zijn
een correctie voor het feit dat de omloop van de aarde om de zon niet precies 365 dagen duurt.

Misschien wordt binnenkort besloten om de schrikkelseconde in 2013 af te schaffen.
Men wil dan het verschil met de aardrotatie op laten lopen tot een uur,
en dan één keer een correctie toepassen, bijvoorbeeld door de wereldwijde
omschakeling van winter- naar zomertijd achterwege te laten.

2009 is het Internationaal Jaar van de Sterrenkunde dit ter gelegenheid van de vierhonderdste
verjaardag van de eerste telescopische waarnemingen van Galileo Galilei in 1609.



LHC start volgend jaar zomer
9 december 2008


De LHC in Genève, herstart in de zomer van 2009. Enkele dagen nadat op 10 september
de eerste protonen door de 27 kilometer lange tunnel onder de Frans-Zwitserse grens
waren afgeschoten, werd de installatie stilgelegd.

Een defecte elektrische verbinding tussen twee magneten leidde tot mechanische schade.
Hierdoor stroomde een deel van het helium, dat nodig is voor de koeling, in de tunnel.
De twee eerste vervangende magneeteenheden zijn alweer in de tunnel geïnstalleerd

Voor reparatie en schoonmaak werden 53 magneeteenheden uit de tunnel verwijderd,
waarvan er al 28 zijn teruggebracht. De laatste magneet hangt eind maart weer op zijn plaats.
Tegen eind juni kan de temperatuur van min 271,3 graden Celsius worden bereikt
en is de Large Hadron Collider klaar voor nieuwe tests.

De herstellingswerken gaan waarschijnlijk 20 miljoen euro kosten,
terwijl het al drie miljard euro heeft gekost.



Large Hadron Collider
21 oktober 2008


Een fout in de elektrische verbinding tussen twee supergeleidende magneten
heeft ervoor gezorgd dat de LHC vorige maand stilgezet moest worden.

De problemen zijn ernstiger dan men dacht en de reparatie zal zeker nog acht maanden duren.
Door de fout ontstond een temperatuurstijging en een ontlading (vonk), waardoor een gat in de behuizing
van het koelsysyteem van het helium ontstond en eruit liep. De noodkleppen raakten overbelast,
waardoor de druk in het systeem zo hoog opliep dat een aantal magneten werden ontzet en beschadigd.


LHC elektrische fout in de verbinding

Na onderzoek blijkt dat 29 supergeleidende magneten aan vervanging toe zijn, aanpassingen
aan het waarschuwingssysteem en aan de veiligheidskleppen van de koelsystemen.

Het is nog niet duidelijk of de pijpen van de versneller zijn vervuild door roet van de kortsluiting.

In de tunnel houden ongeveer 10.000 supergeleidende magneten de deeltjes op koers.
Ze worden met 120 ton vloeibaar helium gekoeld.



LHC ligt langer stil
25 september 2008


De LHC deeltjesversneller heeft opnieuw problemen.
Het onderzoek was 19 september na een week opnieuw opgestart en is nu weer buiten werking.
De onderzoekers hoopten eerst na een reparatie over twee maanden opnieuw te starten.

Maar zoals het er nu naar uitziet, duurt het langer dan gedacht om de grootste
deeltjesversneller te repareren. De versneller blijft buiten gebruik tot het voorjaar,
eerst dacht men twee maanden nodig te hebben voor herstelwerkzaamheden.

De LHC is eerst stilgelegd nadat er een elektronisch probleem (in de transformator)
werd vastgesteld in het koelingssysteem. Dit systeem is belangrijk omdat
de temperatuur in de LHC -271,3 graden Celsius (-273,15 °C = 0 K)
moet zijn, men wil hiermee het absolute nulpunt zo goed mogelijk benaderen.


LHC buiten werking

Daarna trad in de tunnel een groot heliumlek op, volgens CERN waarschijnlijk doordat de bedrading
tussen twee magneten defect raakte. Deze magneten dienen om de protonen te versnellen.

De LHC gebruikt helium voor superkoeling van de magneten die hierdoor als supergeleiders
dienst doen. Het grootste probleem is dat de ruimte waarin het defect plaatsvond,
opgewarmd zal moeten worden, voordat men met de reparaties kan beginnen.

Door deze opwarming gaat het zeker twee maanden duren voor de deeltjesversneller weer
in gebruik kan worden genomen. De reparaties zelf kunnen waarschijnlijk in enkele dagen
voltooid zijn, maar het opwarmen en afkoelen van de deeltjesversneller duurt erg lang.

De LHC is een complexe machine die nog op proef draait en waarschijnlijk
nog wel enkele keren in de komende tijd stilgelegd zal worden.



Start van de deeltjesversneller LHC
11 september 2008


Donderdag 10 september is de nieuwe deeltjesversneller, de Large Hadron Collider, LHC,
in de Globe van de CERN van start gegaan. Dit is een koepelvormig expositiegebouw,
CERN is de Europese organisatie voor nucleair onderzoek in Genève.


Buizen LHC

De straal die na twintig minuten op het computerscherm te zien was, was een teken
dat de versneller goed werkte. Ook slaagden de wetenschappers erin de protonen
weer tot stilstand te brengen. De machine is bedoeld om de allerkleinste deeltjes,
de elementaire deeltjes waaruit alle materie is opgebouwd te onderzoeken.

In de sterk gekoelde, 271,1 graden Celsius onder nul en 27 kilometer lange tunnel, ingeklemd
tussen het meer van Genève en het Franse Juragebergte, zijn de eerste protonen geïnjecteerd en
hebben een eerste volledige ronde gemaakt. Deze eerste test van het complexe systeem verliep zonder
grote problemen. De start is een belangrijk moment na ruim twee decennia lang ontwerpen en bouwen.

In 1989 begon de eerste start met de bouw van de CERN's LEP-versneller. De ring ligt ongeveer honderd meter
onder de grond, op de grens van Frankrijk en Zwitserland en heeft meer dan 6 miljard euro gekost.

De eerste volledige ronde in de LHC is een bijzondere mijlpaal voor de ruim tweehonderd Nederlandse
onderzoekers en technici en meer dan vijfduizend wetenschappers uit 44 landen, die aan de LHC hebben
meegewerkt. Nederland bouwde mee aan onderdelen van drie van de vier grote detectoren die botsingen
van de LHC gaan analyseren, de ALICE, ATLAS en LHCb.

ALICE bestudeert het quark gluonplasmamassa van materiedeeltjes, dit is toestand van materie die
ten tijde van de Big Bang bestond, ATLAS zoekt naar het Higgs-deeltje, dit is de ontbrekende schakel in
het Standaard Model van de deeltjesfysica en LHCb wil onderzoeken waarom er minder antimaterie is,
want na de oerknal of Big Bang was er evenveel materie als antimaterie aanwezig.


Atlas detector

Al meer dan 100 jaar proberen wetenschappers de samenstelling en de werking van onze subatomaire
wereld te verklaren. Deze theorie wordt het Standaard Model van de deeltjesfysica genoemd.
Dit is een theorie die meerdere keren bepaalde deeltjes en gebeurtenissen heeft voorspeld die
daarna experimenteel bewezen konden worden. Deze tak van de natuurkunde onderzoekt
de bouwstenen van de kosmos en de krachten die de deeltjes bijeenhouden.

De onderzoekers testen de buis de komende dagen. Binnenkort moeten in de versneller protonen
(positief geladen deeltjes), één van de bouwstenen van atomen, met bijna de snelheid van het licht,
ongeveer 300.000 kilometer per seconde, op elkaar botsen. Daarbij komen allerlei elementen vrij
die ook vrijkwamen toen het heelal ontstond. Wetenschappers hopen met de experimenten inzicht
te krijgen in het heelal een fractie na de oerknal, ongeveer 14 miljard jaar geleden.

De eerste botsingen van protonen zullen naar verwachting de komende maand plaatsvinden.
Tot die tijd worden de versneller en de detectoren die de botsingsproducten signaleren nog
verder afgesteld en afgebouwd. Eind van dit jaar zijn alle tests afgerond. De wetenschappers
kunnen dan zeshonderd miljoen protonbotsingen per seconde tot stand brengen.


LHC deeltjesversneller

Op vier plaatsen in de ring waar de detectoren zijn geïnstalleerd vinden die botsingen plaats.
De meest belangrijke proef wordt uitgevoerd bij de scanner van Alice.
De botsing daar moet zorgen voor een mini-oerknal. Door het ontstaan van het heelal na te bootsen,
hopen de wetenschappers de elementen te ontdekken waaruit het universum bestaat.
Ze hopen vooral materies te vinden waarvan het bestaan wel wordt vermoed, maar nooit is aangetoond.

De vragen en onduidelijkheden probeert men met de LHC te achterhalen.
Bijvoorbeeld de voorspelling van het vinden van het Higgs-deeltje. Dit deeltje zou verantwoordelijk
zijn voor de werking van de zwaartekracht, de kracht die veel deeltjes een massa geven.


Peter Higgs

Dit is een voorspelling die voortkomt uit het Standaard Model van de deeltjesfysica die men
binnenkort probeert te bewijzen. Een andere vraag is waarom er zoveel meer materie is dan antimaterie.
Dit heeft waarschijnlijk te maken met een klein onevenwicht vlak na het ontstaan van het heelal.
Dit wil men met de LHC proberen te onderzoeken.

Ruim anderhalf jaar is de versneller nu in gebruik, want het duurde al maanden om de magneten
te koelen. Begin september werden de eerste stukjes tunnel door de protonen uitgetest, waarbij
bij het LHCb-experiment een meting werd gedaan met behulp van een Nederlands detectoronderdeel (LCHb).

De protonen zijn afkomstig van waterstofatomen die ter plekke gestript worden, dit houdt in dat zij
hun enige elektron kwijt raken. Het kale proton dat overblijft is nodig voor de experimenten van de LHC.
In een voorversneller worden de protonen versneld en in de tunnel geïnjecteerd, waar ze
hun rondes maken tot ze worden verwijderd of met elkaar in botsing komen.

Bij de protonenbotsingen kunnen de temperaturen oplopen tot 100.000 keer de warmte
in het centrum van de zon. Toch houdt het koelsysteem de versneller op
een constante temperatuur van ongeveer 271 graden onder nul.


Overzicht LHC en detectoren

Als twee protonen in de tunnel van CERN frontaal op elkaar botsen breken ze in heel veel stukjes
die alle kanten op vliegen. Duizenden detectoren staan klaar om al deze stukjes op te vangen.
Hopelijk ook het deeltje dat geldt als het grote geheim van de natuurkunde, het Higgsdeeltje.

Volgens het Standaard Model zou er namelijk een deeltje moeten bestaan dat alle materie
in het heelal z'n gewicht of massa geeft. Dit deeltje bleek tot nu toe onvindbaar,
er waren geen detectoren die het konden waarnemen.

De machine van CERN is zo krachtig dat het Higgsdeeltje bijna niet verborgen kan blijven voor
de wetenschappers die ernaar zoeken. Vanaf woensdag wordt er elke dag 40.000 gigabyte
aan meetinformatie verzameld en geanalyseerd. De verwachting is dat het nog wel
een jaar of twee zal duren voordat het Higgsdeeltje wordt ontdekt, als het wordt ontdekt.

De enorme hoeveelheid gegevens van de proeven zijn genoeg om elk jaar
100.000 dubbelzijdige dvd's te vullen. De informatie wordt wereldwijd opgeslagen
op elf supercomputers. Eén daarvan staat in Amsterdam.


Binnenin de Atlas

De ATLAS-detector van CERN's nieuwe deeltjesversneller LHC is 44 meter lang en 22 meter hoog.
De verschillende lagen van de meetapparatuur zijn elk gevoelig voor andere soorten deeltjes.
ATLAS gaat op zoek naar het Higgs-deeltje, dat volgens natuurkundigen alle andere materie van massa voorziet.

Het laatste deel van de ATLAS-detector, een 100 ton wegend element, werd in februari van dit jaar op zijn plek gezet.



Aarde in de verte
17 juli 2008


Deep Impact heeft op 50 miljoen kilometer afstand een filmpje van de aarde gemaakt.
Op het filmpje is ook te zien hoe de maan voor de aarde langs beweegt.

Deze beelden worden gebruikt om technieken te ontwikkelen waarmee planeten buiten
ons zonnestelsel bestudeerd kunnen worden, hoe bijvoorbeeld de helderheid van
een planeet als de aarde verandert door zijn draaiing en welke invloed het verschil
tussen land (continenten) en water (oceanen) daarbij speelt.


Deep Impact filmt aarde en maan

De onderzoekers proberen met deze kennis de aanwezigheid van water en wolken op een verre
(exo)planeet vast te stellen, zelfs als de grootste telescopen niet meer dan een puntje laten zien.

Deep Impact schoot op 4 juli 2005 een projectiel af op komeet Tempel 1 en is
nu onderweg naar komeet Hartley 2, die hij op 4 november 2010 zal bereiken.
Tijdens deze reis verricht hij onderzoek, zoals het op afstand bestuderen van de aarde.



Tweede Galileo-satelliet stuurt eerste signalen door
15 mei 2008


De gelanceerde tweede testsatelliet voor het satellietnavigatiesysteem Galileo heeft begin mei
zijn eerste navigatiesignalen gestuurd, dit heeft ESA bekendgemaakt.
De Giove-B werd op 27 april door een Sojoez-Fregat draagraket in de ruimte gebracht.

Op 9 mei stuurde de satelliet, onder meer naar het ESA-grondstation in
het Ardense Redu en Fucino in Italie, zijn eerste signalen door.


Satelliet telescopen die signalen opvangen van GIOVE-B

Specialisten onderzoeken nu de kwaliteit van de signalen want die is van belang voor het
Europese positioneringssysteem dat een preciezer en civiel alternatief moet zijn voor
het militaire Amerikaanse gps, het Russische Glonass en het Chinese Compass.

Giove-B zendt voor de eerste keer signalen uit met een specifieke codering, MBOC
(multiplexed binary offset carrier). Dit was afgesproken in een akkoord getekend in 2007 door de Europese
Unie en de Verenigde Staten. Dit akkoord was belangrijk voor zowel Galileo als de toekomstige GPS III.



ESA lanceerde tweede Galileo
28 april 2008


Zondag 27 april, net na middernacht is de tweede Galileo-satelliet gelanceerd,
vanaf de lanceerbasis Bajkonoer in Kazachstan en in een baan om de aarde gebracht.

GIOVE-B is de tweede testsatelliet van het Europese GPS-systeem en vervangt GIOVE-A,
die bijna aan het einde van zijn levensduur is.

De tweede Galileo navigatiesatelliet is gebouwd door de Europese deelnemers in
het ruimtevaartproject Galileo. Twee jaar na de succesvolle GIOVE-A missie, gelanceerd
in december 2005, volgt nu GIOVE-B om de technologie van Galileo verder te ontwikkelen.


Galileo 2 klaar voor lancering

De satelliet heeft twee kleine rubidium atoomklokken aan boord, elk met een afwijking
van maximaal tien nanoseconden per dag. Er is maar één klok, die nauwkeuriger is,
de Passive Hydrogen Maser (PHM), die een precisie heeft van één nanoseconde per dag.
Dit is de meest stabiele klok die ooit in de ruimte heeft gewerkt.
Aan elke Galileo-satelliet komen twee PHM's en twee rubidium klokken als back-up.

De volgende stap van het Galileo navigatiesysteem is de lancering van vier satellieten.
In 2010 testen deze satellieten de infrastructuur in de ruimte en op de grond.
Daarna wordt de rest van de dertig Galileo-satellieten naar de ruimte gebracht
en is het eerste satellietnavigatiesysteem van Europa in 2013 compleet.
Behalve voor navigatie kan het door EU-landen ook gebruikt worden voor rekeningrijden.

Het Galileo-project gaat minimaal 3,4 miljard euro kosten.



Kaguya fotografeert opkomst aarde
23 april 2008


De camera van ruimtesonde Kaguya van de Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA,
die op een hoogte van 100 kilometer rond de maan vliegt, heeft opnamen gemaakt
van de opkomst van de aarde gezien vanaf de horizon van de maan.


Opkomst van de aarde

Kaguya, die in het verleden Selene heette, ziet twee keer per jaar, wanneer zon, aarde,
maan en ruimtesonde zich in de juiste onderlinge positie bevinden, de aarde in beeld komen.

Vanaf de aarde zien we de schijngestalten van de maan, als de maan door de zon wordt verlicht
en vanaf de maan is te zien dat ook de aarde schijngestalten heeft. Geregeld is ook een
opkomende aarde zichtbaar, maar deze wordt dan niet volledig door de zon verlicht.

De opname is gemaakt op 6 april, de horizon van de maan bevindt zich op de zuidpool.
Op de aarde zie je het Noord Amerikaanse continent, links van het midden en de Pacific Oceaan in het midden.
De bovenkant van de aarde is de zuidpool, dus Noord Amerika ligt ondersteboven.


Opkomst van de aarde

Op de bovenste foto zie je de opkomst van de aarde, het duurde ongeveer 40 seconden
van de linker foto naar de rechter foto. De camera wordt ook gebruikt voor het
gedetailleerd in kaart brengen van het maanoppervlak.


Logo Lunar Exploration



Planetoïde nadert de aarde
26 januari 2008


Planetoïde 2007 TU24 vliegt dinsdag 29 januari om half tien 's ochtends vlak langs de aarde.
Hij passeert op een afstand van ongeveer 537.500 kilometer, dit is twee keer de afstand
van de aarde naar de maan. De planetoïde heeft een doorsnede van 150 tot 600 meter
en komt dicht genoeg bij om waargenomen te worden met een kleine telescoop.
De laatste keer dat een object van deze grootte de aarde passeerde was in 1985.


Planetoïde TU24

Ook in de nabije toekomst vormt 2007 TU24 geen bedreiging, tot 2027 komt er waarschijnlijk
geen enkele planetoïde van deze grootte meer zo dicht in de buurt van de aarde.
Kleinere objecten zullen er nog wel langs de aarde scheren. In 1908 was het laatste grootste incident.

In dat jaar schampte een planetoïde de aarde boven Siberië en ontplofte op 10 kilometer hoogte.
De schokgolf die dat teweeg bracht, had het effect van een gemiddelde atoombom.
Gelukkig vond de explosie plaats boven onbewoond gebied.

Statistisch gezien, slaat er volgens de wetenschapper eens in de 100 à 200 jaar een planetoïde in op aarde.
De meeste brokken uit de ruimte die op aarde dreigen te belanden, verbranden in de dampkring.

De 2007 TU24 is met radiogolven gescand en onderzoekers konden de vorm van planetoïde vaststellen.
De vorm van 2007 TU24 lijkt een contact binary te zijn, dit is een brok steen dat in feite uit twee
afzonderlijke planetoïden bestaat, deze hebben zoveel baanenergie verloren dat ze op elkaar gevallen zijn.
Men vermoedt dat ongeveer 10% van alle aardscheerders een vergelijkbare vorm hebben.

Dinsdag wordt met behulp van de Arecibo-radiotelescoop in Puerto Rico observaties gedaan naar 2007 TU24.



Galileo, de GPS-satellieten
13 december 2007


De EU-landen hebben na maandenlang touwtrekken een akkoord bereikt over de bouw van Galileo
en moet met dertig satellieten in de ruimte de Europese verbeterde versie van het Amerikaanse
GPS-systeem voor positiebepaling op aarde worden. Het project is in totaal begroot op 3,4 miljard euro.

Eén satelliet hangt al in de ruimte, maar het project zal niet voor 2013 volledig zijn gerealiseerd.
Ooit was het de bedoeling dat het in 2008 al operationeel zou zijn.


Galileo

De satellieten zijn de duurste EU-aankoop ooit. De GPS-satellieten moeten Europa onafhankelijk maken
van Amerikaanse of andere navigatiesystemen. Automobilisten kunnen er hun navigatieapparaten
als TomTom op instellen, terwijl de overheid het kan gebruiken voor de registratie bij rekeningrijden.

Critici menen dat Europa bezig is met overbodige technologie omdat de Amerikanen inmiddels
werken aan een nieuwe versie van GPS. Ook Rusland en China zijn bezig met satellietenprojecten.



Meteorietkrater in Peru wordt bewaakt
5 oktober 2007


De krater in de Andes van Peru op 19 september is veroorzaakt door een meteoriet.
Het gat in de grond, 3 kilometer van het plaatsje Penu, is zo'n vijftien meter breed en vijf meter diep.

Op foto's zijn brokstukken te zien die duidelijk meteorieten zijn. Een Amerikaanse meteorietenhandelaar
die in Peru was, heeft diverse deeltjes in zijn bezit. De inslagplek wordt inmiddels door de politie
bewaakt, om te voorkomen dat meer meteorietdelen in handen van verzamelaars komen.


Meteorietinslag in Peru

Ruim 150 inwoners van het Peruaanse dorpje Carancas nabij het Titicacameer waren ziek geworden nadat zij
de krater bezochten. Ze kregen last van braakneigingen, hoofdpijn, geïrriteerde kelen en kriebelende neuzen.

Waarom de bezoekers van de krater ziek werden, is voor wetenschappers nog een raadsel.
Waarschijnlijk zijn de mensen in contact geweest met een gas uit de krater.

De gasvorming is mogelijk ontstaan door een reactie tussen elementen uit de meteoriet
en stoffen uit het oppervlak van de aarde. Het gebied wordt vaker getroffen door meteorieten.
In 2002, 2004 en in juni dit jaar zijn ook inslagen gesignaleerd.



Envisat maakt satellietkaart van de aarde
14 mei 2007


Envisat heeft heel scherpe satellietkaarten van de aarde gemaakt.
Afzonderlijke delen van de aarde zijn eerder al in veel hogere resolutie in beeld gebracht.

Wereldkaarten van het GlobCover-project worden elke twee maanden samengesteld uit de gegevens
van de Envisat-waarnemingen. De GlobCover-beelden zullen in de toekomst informatie
vormen voor onderzoek die het milieu aangaan, zoals vervuiling en ontbossing.


Envisat maakt scherpe opname van de aarde



Aardscheerder Apollo vliegt langs de aarde
8 mei 2007


De planetoïde Apollo vliegt vandaag op 10,7 miljoen kilometer afstand langs de aarde.
Apollo werd in 1932 ontdekt en was de eerste planetoïde waarvan men wist dat hij de baan van de aarde kruiste.
Bij Apollo is laatst een klein maantje ontdekt van ongeveer 75 meter groot.


Aardscheerder Apollo

Apollo heeft een doorsnede van bijna 2 kilometer en kan heel dicht bij de aarde komen.
Tot nu toe zijn er vele honderden aardscheerders ontdekt, die op Apollo lijken, de afstand van Apollo
tot de aarde is bijna dertig keer de afstand van de maan, terwijl andere aardscheerders regelmatig
op afstanden van enkele honderdduizenden kilometers langs de aarde komen.

In de meeste gevallen gaat het om planetoïden die aanzienlijk kleiner zijn dan Apollo, maar zo'n inslag
kan catastrofale gevolgen hebben, hij beweegt vandaag door het sterrenbeeld Kraanvogel.



Ruimterobotjes
1 mei 2007


Technici van het Nano-electronics Research Center van de Universiteit van Glasgow werken aan ruimterobots
van een paar millimeter groot. Het is een computerchip, nanobots, met een extreem dun laagje kunststofomhulsel,
dat met behulp van kleine elektrische spanningen van vorm kan veranderen, verkreukelen of uitzetten.

Hierdoor kan het robotje in de atmosfeer van een planeet van koers veranderen. Nagebootste vluchten laten zien dat
veranderingen in de vorm ervoor zorgt, dat de robotjes mee kunnen reizen met zonnewinden om bij hun doel aan te komen.


Nanobots

De nanobots krijgen een zonnecel voor de stroomvoorziening, richten zich op kleine radiobakens op het planeetoppervlak
en staan met elkaar in contact via microgolfstraling. In de toekomst kunnen ze worden uitgerust met miniatuur-sensors,
anders zijn ze niet nuttig voor het verkennen van planeten.

Wetenschappelijke studies tonen aan dat het mogelijk is om nu Venus te verkennen met nanobots.
Rond 2020 zijn chips veel kleiner dan nu en kunnen we dus andere planeten verkennen.
Het duurt dus nog jaren voordat deze nanobots klaar zijn om gelanceerd te worden.



2006 was warmste in tenminste drie eeuwen
30 december 2006


In de Bilt is het dit jaar voor het eerst in de geschiedenis gemiddeld boven de 11 graden uitgekomen.
De temperatuur bedraagt zelfs 11,2 graden en daarmee is 2006 veruit het warmste jaar sinds
in ons land de temperatuur wordt gemeten, dit jaar is dat precies drie eeuwen geleden.

Tot voor kort waren 1990, 1999 en 2000 de warmste jaren met 10,9 graden.
Nu was het warmer dan het langjarige gemiddelde van 9,8 graden, berekend over 1971-2000.

In de eerste jaren van de 21e eeuw lag het jaargemiddelde tussen 10,3 en 11,2 graden, dus jaarlijks ruim
boven de norm. Gemiddeld over de laatste 10 jaar bedraagt het jaargemiddelde zelfs 10,6 graden.


Opwarming van de aarde

Ook de maand december was zeer zacht en staat op de vierde plaats van de zachtste decembermaanden
sinds 1901. Vorst was er nauwelijks, alleen in de Bilt op 10 december en afgezien van wat motsneeuw
viel er geen sneeuw, dat is ook uitzonderlijk laat in het seizoen.
De hoeveelheid neerslag en het aantal uren zon waren in december vrijwel normaal.

In het afgelopen jaar waren juli, september en de herfst (oktober en november) in zeker 300 jaar niet zo warm.
Het ergst was de hitte in juli verdeeld over twee hittegolven, die in totaal ruim drie weken duurden.



Gigantische ijsschots afgebroken in Canadees noordpoolgebied
29 december 2006


De enorme ijsbreuk vond plaats in augustus 2005, maar is pas ontdekt op satellietbeelden
en is de grootste ijsbreuk in 25 jaar. Door de breuk is een ijsschots van ongeveer
66 vierkante kilometer ontstaan, een oppervlakte iets groter dan Amersfoort.

Het stuk ijs brak af bij de kust van Ellesmere Island, de Arctische Eilanden in Canada,
ongeveer 800 kilometer ten zuiden van de noordpool.
De breuk was zo krachtig dat aardbevingsapparatuur 250 kilometer verderop de trillingen heeft waargenomen.
De ijsschots dreef zo'n vijftig kilometer verder en hechtte zich daar aan het bevroren zeewater.

Delen van Canada, die voor duizenden jaren intact zijn gebleven, gaan verloren door het warme weer.
Dit is een signaal van de versnelde opwarming van de aarde.


Noordpool smelt

Alle Arctische Eilanden zijn 90 procent kleiner geworden in de laatste honderd jaar.
We kunnen de veranderingen misschien niet 100 procent wijten aan het klimaat.
maar de opwarming speel zeker een grote rol," aldus de wetenschapper.

De ijsschots was een van de zes overgebleven grote ijsschotsen in het Canadese noordpoolgebied
en zijn bedekt met ijs dat 3.000 jaar oud is. Ze drijven op zee, maar zijn verbonden met het land.
Bovendien kan de ijsschots naar de open zee drijven, waar handelsschepen langskomen.
We zullen deze locatie nog enige tijd in de gaten moeten houden, vooral als het brok ijs volgende zomer
richting de Beaufort Zee drijft waar zich olieplatforms, gaswinning en vaarwegen bevinden.



Kleine inslagkans voor planetoïde 2006 XG1
29 december 2006


Op 31 oktober 2041 scheert de planetoïde 2006 XG1 dicht langs de aarde,
met een kans van 1 op 40.000 dat het object de aarde raakt.
Astronomen houden de komende jaren de planetoïde goed in de gaten.
Mocht de planetoïde inslaan, dan richt deze regionale tot landelijke schade aan.

De planetoïde werd op 20 september dit jaar ontdekt, door onderzoek in de zoektocht
naar NEO's - Near Earth Objects, dit zijn objecten die dicht bij de aarde in de buurt kunnen komen.

Planetoïde 2006 XG1 heeft een doorsnede van ongeveer 600 tot 1.400 meter.
Voor NEO's is dat nog steeds zeer groot. Op dit moment lijkt de planetoïde ons
op 31 oktober 2041 te missen op een afstand van slechts 5.000 kilometer.



Aarde warmt snel op
27 december 2006


In de afgelopen drie decennia is de temperatuur met 0,6° Celsius gestegen.
De aarde is in 12.000 jaar niet zo warm geweest, als de temperatuur nog een graad stijgt, wordt een
gemiddelde temperatuur bereikt die vermoedelijk een miljoen jaar geleden voor het laatst heerste.

Als de opwarming onder dat niveau blijft, zijn de gevolgen nog wel beheersbaar.
Maar als door verdere opwarming de temperatuur 2 of 3 graden stijgt,
zullen we een andere planeet krijgen dan die we nu kennen.

Ongeveer drie miljoen jaar geleden, in het midden van het plioceen was het 2 tot 3 graden warmer.
De zeespiegel lag toen ongeveer 25 meter hoger dan nu.


Aarde en orkaan Gordon

September 2006 is de warmste septembermaand in 300 jaar.
Volgens het KNMI was juli ook al de warmste julimaand in 300 jaar.
Het KNMI noemt het opmerkelijk dat de warme septembers elkaar snel opvolgen.
In 1999 was september ook al de warmste in drie eeuwen.

In 1994 waren juli en november de warmste in 300 jaar, volgens het KNMI is de afgelopen periode
heel wisselend, want na een extreem hete julimaand volgde een extreem natte en vrij koele augustus,
waarop weer een warme septembermaand volgde.

De maand september is voorlopig 4 graden warmer dan het langjarig gemiddelde.
Ook 2003 was een uitzonderlijk warme zomer met temperaturen tussen 25 en 31 graden.



Bosbranden in Portugal en Spanje
11 augustus 2006


Envisat maakte op 9 augustus een foto van de bosbranden in het noordwesten van Spanje en in Portugal.
Steden als Vigo en Santiago de Compostela werden toen al omringt door een zee van vuur.
Brandweermannen in Portugal en Spanje krijgen nog nauwelijks grip op de bosbranden.

Sinds de bosbranden vorige week begonnen, is er al meer dan 10.000 hectare bos verloren gegaan.
Gisteren waren er nog meer dan 100 brandhaarden in het gebied, waarvan een groot gedeelte is aangestoken.


Bosbranden in Spanje en Portugal

Er zijn ieder jaar wel bosbranden in de regio Galacia, maar er zijn dit jaar veel meer bosbranden
dan de afgelopen jaren en hierdoor gaat het blussen traag.

In Portugal woeden veertien branden, deze bevinden zich in het noorden en in het midden van het land.
Hier zijn 700 brandweermannen bezig met bluswerkzaamheden.
Het noordelijke gebied nabij Paredes is de meest getroffen regio.



Planetoïde passeert maandag 3 juli de aarde
29 juni 2006


Berekeningen tonen aan dat planetoïde 2004 XP14 op 3 juli dicht langs de aarde vliegt.
De afstand tussen de aarde en de planetoïde bedraagt om 6.25 uur Nederlandse tijd 432.308 kilometer.
Dat is 1,1 keer de gemiddelde afstand van de aarde en de maan, maar zal niet botsen met de maan.

In Nederland is het zwakke licht van de planetoïde niet zien, want hij valt niet op door
het licht van de ochtendzon, bovendien vliegt hij heel snel, binnen een halve dag is het voorbij.
Tijdens het passeren van de planetoïde zullen radarwaarnemingen worden verricht.

De planetoïde 2004 XP14, werd op 10 december 2004 ontdekt door een telescoop van het LINEAR programma.
Deze telescoop houdt voortdurend planetoïden rondom de aarde in de gaten.
Wetenschappers waren bezorgd, want er was een mogelijkheid dat deze planetoïde
eind deze eeuw in botsing zou kunnen komen met de aarde.

De grootte van 2004 XP14 is niet precies bekend, op basis van de helderheid wordt geschat,
dat de planetoïde een doorsnede heeft tussen de 410 en 920 meter.
Hij draait in 397 dagen om de zon in een baan die de aardbaan kruist.


Planetoïde 2004 XP14

Door de grootte en de baan behoord de planetoïde tot de mogelijk gevaarlijke planetoïde.
Er zijn momenteel 783 van zulke planetoïden.
Planetoïde 2004 XP14 behoord tot de klasse planetoïden met de naam Apollo.

De naam komt van 1862 Apollo, de eerste planetoïde van deze groep die werd ontdekt.
Deze planetoïde had een baan die de baan van de aarde kruiste, net zoals 2004 XP14.
Tot nu toe zijn er bijna 2.000 Apollo's ontdekt.

Op 13 april 2029 zal er echter een planetoïde langs vliegen die we zonder telescoop kunnen bekijken.
De planetoïde Apophis zal de aarde naderen tot een afstand van 32.000 kilometer.

Zo'n gebeurtenis komt gemiddeld slechts één keer in de 1.500 jaar voor.
De planetoïde zal langs Azië en Afrika vliegen, waardoor hij zelfs met het blote oog zichtbaar is.



Noordpool van de aarde schommelt door weersveranderingen
26 juni 2006


De aardas schommelt voortdurend, terwijl de aarde om haar as draait.
Sommige van die schommelingen, zijn al jaren bekend, maar voor de moeilijk te meten
hele kleine schommelingen waren nog geen verklaringen te geven.

Dankzij nieuwe GSM-technieken kunnen onderzoekers nu de grootte van de schommelingen
van de aardas met grote nauwkeurigheid bepalen en de oorzaken ervan op korte termijn achterhalen.

De metingen werden gedaan tussen november 2005 en februari 2006, toen enkele grote
periodieke bewegingen in de positie van de draaiing van de aardas elkaar precies ophieven,
dit gebeurt eens in de 6,4 jaar, zodat de kleine schommelingen,
soms niet groter dan een paar centimeter, beter onderzocht konden worden.


Draaiing van de aarde

Volgens de onderzoekers spelen de meteorologische omstandigheden op het noordelijke halfrond
een belangrijke rol. De ligging van hoge en lage drukgebieden boven Azië of Noord-Europa
en hun onderlinge positie, zorgden voor de lusbewegingen van de pool.
Maar ook de oceanen spelen een rol, de onderzoekers konden een verband leggen tussen
drukveranderingen in de oceanen en atmosfeer en kleine poolbewegingen.



Aarde en maantje
9 juni 2006


In 1999 kreeg de aarde tijdelijk gezelschap van planetoïde 2003 YN107.
Deze planetoïde is ongeveer 20 meter groot en draait sinds 1999 in
de opmerkelijke baanvorm van een kurkentrekker met de aarde mee om de zon.

Deze planetoïde maakt deel uit van het groepje planetoïden, die onze planeet
af en toe eens van achteren inhalen en andersom, maar worden dan niet echt door
onze planeet ingevangen, maar blijven er wel een tijdje omheen draaien.


Aarde en baan planetoïde

Op dit moment heeft de aarde twee van die maantjes, naast 2003 YN 107 ook de 200 meter
grote planetoïde 2004 GU9, die al vijfhonderd jaar in de buurt van de aarde is en nog wel een tijdje blijft.
De 2003 YN 107 staat op het punt om te vertrekken en blijft wel in ongeveer dezelfde baan als
de aarde om de zon draaien, en zal naar verwachting over ongeveer zestig jaar weer even een maantje zijn.



Onder het ijs van Antarctica ligt een enorme inslagkrater
2 juni 2006


Op Antarctica is een 500 kilometer grote inslagkrater ontdekt, in Wilkes Land en is breed genoeg om Nederland
te bedekken. De inslag zou de oorzaak geweest kunnen zijn van het uitsterven van bijna alle diersoorten in die periode.

De krater is niet zichtbaar en ligt bedolven onder het Antarctische pakijs en is vermoedelijk
250 miljoen jaar geleden gevormd, tussen de tijdvakken van Perm en Trias in.


Inslag op Antarctica, cirkel rechtsonder

Met behulp van radarwaarnemingen hebben geologen van Ohio State University de krater ontdekt, nadat
de Amerikaanse GRACE-satellieten kleine zwaartekrachtafwijkingen hadden waargenomen.

Deze krater is veel groter dan de krater Chicxulub op het schiereiland Yucatan bij Mexico, die 65 miljoen jaar geleden
werd gevormd en waarschijnlijk het uitsterven van de dinosauriërs op aarde heeft veroorzaakt.
De meteoriet die Chicxulub heeft veroorzaakt had waarschijnlijk een doorsnede van 10 kilometer.

De krater op Antarctica is waarschijnlijk ontstaan door een inslag van een planetoïde met een doorsnede van
ongeveer 50 kilometer, misschien is de inslag zelfs verantwoordelijk geweest voor het uiteenvallen van
het continent Gondwana, waardoor Australië naar het noorden werd geduwd.



Aarde warmt zichzelf op
23 mei 2006


De aarde zal de komende eeuw met anderhalf tot zeker vierenhalve graad opwarmen. De oceanen reageren
op de opwarming van de aarde door veel minder koolstof vast te leggen, zodat er meer CO2
in de atmosfeer achterblijft, met een nog sterker broeikaseffect tot gevolg.

Volgens klimaatonderzoekers uit Nederland, Duitsland en Engeland werkt de aarde zelf mee aan
zijn broeikasprobleem. Broeikasgassen veroorzaken opwarming van de aarde, maar die opwarming leidt
zelf weer tot een toename van de broeikasgasconcentraties en dus tot nog meer opwarming.


Broeikaseffect op aarde

Het team heeft oud poolijs en groeiringen van bomen onderzocht. Met de gegevens die hieruit kwamen
hebben zij veranderingen in het klimaat uit het verleden nagemaakt.
De onderzoekers ontdekten dat in eerdere perioden, tussen twee ijstijden de hoeveelheid
koolstofdioxiden, CO2, in de atmosfeer, net als nu, hoger was dan tijdens de koudere eeuwen.

De mens had toen, door de uitstoot van deze broeikasgassen, nog geen noemenswaardige invloed
op de aarde. De warmere aarde zorgde er voor dat algen, die CO2 opnemen, minder voeding hadden.
Zodoende bleef er meer kooldioxidegas in de lucht hangen.

Volgens het team werkt het proces ook andersom, want tijdens de Kleine IJstijd, ongeveer van 1550 tot 1850,
bekend van de vele klassieke Hollandse ijspretschilderijen, was de aarde kouder, waarschijnlijk voornamelijk
ten gevolge van een verminderde zonneactiviteit, en daalde het CO2-gehalte van de atmosfeer.

De verwachtingen voor de opwarming van de aarde moeten worden aangepast. De onderzoekers schatten,
dat de verwachtingen over de opwarming met ongeveer 50 procent naar boven moeten worden bijgesteld.
Dit kan een opwarming van 1,7 tot 6,1 graden voor de komende eeuw betekenen.



Magnetisch veld aarde keert om
14 mei 2006


Een nieuw onderzoek van de logboeken van oude schepen heeft aangetoond dat de schommelingen
in het magnetisch veld van de aarde, waardoor de magnetische polen verschuiven, pas sinds kort merkbaar
zijn geworden, ofwel vroeger was het magnetisch veld van de aarde veel stabieler.

De reden waarom men juist logboeken van zeevaarders heeft genomen is, omdat voor hen de afwijking
tussen de magnetische pool en de noordpool enorm belangrijk was.
Het blijkt dat het magnetisch veld pas na 1840 sterk is afgenomen en dat het verval van het magnetisch veld
tot 1860 miniem was, maar dat het daarna steeds sneller aan het afnemen is.
In het huidige tempo (5% per eeuw) zal het veld over 2000 jaar geheel verdwenen zijn.

Voor Nederland is die afwijking maar één of twee graden, maar in het hoge noorden van Canada,
waar de magnetische zuidpool ligt, kan dat al gauw 30 of zelfs nog meer graden zijn.


Afname magnetisch veld

Het onderzoek kan wetenschappers duidelijk maken of de aarde zich opmaakt voor een magnetische omkering,
waarbij de magnetische noord- en zuidpool van plaats wisselen.
De afname kan ook verklaard worden door een groeiende magnetische storing in de zuidelijke Atlantische Oceaan.

Aan de hand van magnetische, vulkanische rotsen heeft men vastgesteld dat de aarde al ontelbare ompolingen
heeft gekend, gemiddeld eens in de 300.000 jaar. De laatste ompoling vond 780.000 jaar geleden plaats,
dus we zijn al ruim over tijd. Als de ompoling inderdaad plaats vindt, dan duurt het 5000 jaar voordat
het veld weer op volle kracht is - met het verschil dat de kompassen voortaan naar het zuiden wijzen.

Als het veld over gedurende 2000 jaar omdraait, dan zal men iedere nacht over de hele wereld poollicht kunnen zien.
De keerzijde zal zijn dat de hoeveelheid schadelijke straling zal toenemen, aangezien de bescherming tegen straling
uit de ruimte verdwenen zal zijn. Over het einde van de mensheid hoeven we ons geen zorgen te maken,
want onze voorouders hebben immers al vele ompolingen meegemaakt en overleefd.


Magnetisch veld van de aarde

De blauwe veldlijnen zijn noordelijk georiënteerd en de oranje veldlijnen zuidelijk.
De veldlijnen lopen van de kern tot de magnetosfeer.



Kometen bron van water op aarde?
23 maart 2006


Sterrenkundigen hebben een nieuwe klasse van kometen ontdekt, die mogelijk de bron vormen van
het meeste water op aarde. De aarde was eerst warm en droog, wetenschappers denken dat het water pas op
aarde kwam, toen de planeet was afgekoeld. Botsingen met ijzige kometen en planetoïden zouden ervoor gezorgd
kunnen hebben, dat er water terecht kwam op het oppervlak van de aarde.

De drie ijzige kometen, die tussen planetoïden in de planetoïdengordel tussen de banen van Mars
en Jupiter draaien, bevatten waarschijnlijk geheimen over het ontstaan van de oceanen op aarde.
Deze kometen zijn, in tegenstelling tot andere kometen, gevormd binnen de baan van Jupiter,
normaal vormen kometen zich buiten de baan van Neptunus, waar het veel kouder is.

Bijna tien jaar geleden werd al zo'n planetoïdengordelkomeet ontdekt door de Belgische astronoom Eric Elst
en zijn Italiaanse collega Guido Pizarro. De kometen bewegen niet in schuine, langgerekte banen,
maar in min of meer cirkelvormige banen in het centrale vlak van ons zonnestelsel.


Banen van de drie ijzige kometen

Het lijkt erop dat de samenstelling van deze ijzige kometen afwijkt van de normale kometen,
die in de buitendelen van het zonnestelsel zijn ontstaan. Daarom kunnen deze kometen misschien
de bron zijn van het grootste deel van het water op aarde en wellicht ook op Mars.

Uit onderzoek blijkt dat de samenstelling van het water van de kometen duidelijk anders is dan het water
van de oceanen op aarde, misschien dat toekomstige ruimtemissies meer duidelijkheid kunnen geven.

De eerste belangrijke waarnemingen werden gemaakt op 26 november 2005 met de Gemini North telescoop
op de Mauna Kea vulkaan in Hawaï. Sterrenkundigen zagen toen dat de planetoïde 118401 stof aan het
uitstoten was, net zoals een komeet, samen met komeet 133P/Elst-Pizarro, die in 1996 werd ontdekt
en de komeet P/2005 U1, vormt deze groep een nieuwe klasse van kometen.


Opnamen van de drie ijzige kometen



Ruimtepuin
20 januari 2006


De ruimte boven de aarde is allang niet meer leeg.

Om de aarde cirkelt een grote vuilnisbelt van grotere en kleinere brokstukken ruimtepuin.
Levensgevaarlijk, zo benadrukken NASA en ESA-onderzoekers .

Boven ons tot 2000 kilometer hoog, bevindt zich het kerkhof van het ruimtevaarttijdperk.
Meer dan vijf miljoen kilo ruimteschroot trekt er zijn baantjes om de aarde.

Uitgebluste weersatellieten, verbruikte rakettrappen, afgestoten lenskappen, stukken gereedschap
die tijdens ruimtewandelingen zijn kwijtgeraakt, afgebroken zonnepanelen, bij elkaar vliegen er
meer dan 9000 brokstukken van tien centimeter of groter boven ons hoofd.

Het meeste ruimtepuin bevindt zich op een hoogte van 900 tot 1000 kilometer boven het aardoppervlak.
Met snelheden tot wel 50.000 kilometer per uur kan zelfs het kleinste brokstukje enorme schade toebrengen aan
ruimtevaartuigen en satellieten. Grotere stukken ruimteschroot kunnen gigantische gevolgen hebben.

Ruimtepuin om de aarde
Ruimtepuin om de aarde

Op 900 tot 1000 kilometer hoogte bevinden zich vooral weersatellieten, navigatie- en communicatiesatellieten.
Het Internationale Ruimte StationISS bevindt zich op een hoogte van 350 kilometer, dit is buiten de gevarenzone.
Ook de bemande Shuttle-vluchten komen niet hoger dan 600 kilometer.

Tien jaar geleden hebben landen met een ruimtevaartprogramma met elkaar afgesproken om, niet meer dan nodig,
ruimtevaartuigen te lanceren, zonder dat ze er nadat de missie is volbracht, verder nog naar om kijken.

Iedereen heeft nu de plicht om ervoor te zorgen dat satellieten en raketonderdelen ook weer netjes opgeruimd worden.
Meestal gebeurt dat door de baan iets te veranderen, zodat de objecten uiteindelijk in de aardatmosfeer verbranden.

Ook mag er geen raketbrandstof overblijven, zodat er geen gevaar is voor explosies,
waarbij nog meer rondvliegende brokstukken kunnen ontstaan.

Oplossingen die zowel technisch als financieel haalbaar zijn, zijn er op dit moment nog niet.



Stofregen op aarde
18 januari 2006


Ruim acht miljoen jaar geleden daalde een regen van kleine stofdeeltjes op aarde neer.

Dit blijkt uit geologisch onderzoek aan gesteenten- en oceaanafzettingen uit die periode,
deze afzettingen zijn heel rijk aan helium-3, een stof die op aarde vrijwel niet voorkomt,
maar deze materie komt wel voor in de ruimte.

Er kwam in die periode, gedurende enkele honderdduizenden jaren vier maal zoveel kosmisch stof op aarde neer
dan gemiddeld, er dwarrelt nu gemiddeld 20.000 ton kosmisch stof per jaar op het aardoppervlak neer.


Botsende planetoïden

Computerberekeningen aan de banen van planetoïden hebben nu uitgewezen dat de kosmische stofregen
zo goed als zeker het gevolg is geweest van de botsing van twee planetoïden.

Die werden in kleinere stukken uiteengeslagen en moeten ook grote hoeveelheden stof geproduceerd hebben.

Uit onderzoek blijkt, dat de temperatuur gemiddeld 0,7 graden lager werd.
Dit kan veroorzaakt zijn, door de stofdeeltjes die het zonlicht tegenhielden.



Broeikaseffect op aarde
18 januari 2006


Warmer water dat door klimaatverandering aan de oppervlakte van oceanen ontstaat,
kan het broeikaseffect verder doen toenemen.

Door de opwarming mengt de bovenste laag van de oceaan minder goed
met koudere lagen, waarin veel voedsel zit voor plankton.

Golfstroom
Golfstroom

Omdat plantaardig plankton het broeikasgas kooldioxide, CO2, opneemt, kan een terugloop
van het plankton ertoe leiden dat er meer CO2 in de atmosfeer komt.

De afname van de hoeveelheid plantaardig plankton, dat bestaat uit microscopisch kleine algen,
heeft ook gevolgen voor de voedselketen in de oceanen. De algen worden gegeten door dierlijk plankton,
dat het voedsel is voor bijvoorbeeld garnalen.

Het plantaardig plankton zit op 100 meter diep om zonlicht van boven te kunnen ontvangen.
Stikstof, fosfaat en ijzer ontvangen ze uit diepere oceaanlagen.

Wanneer dat voedsel beschikbaar komt, groeit het plankton sterk.
Als het voedsel op is, sterft het plankton af en zakt het naar de oceaanbodem.

Daarna is het wachten op nieuwe aanvoer van voedsel, maar volgens de onderzoekers komen de pieken
in de aanwas van plankton steeds verder uit elkaar te liggen.

Dit komt door de slechte menging van verschillende waterlagen hierdoor komt minder voedsel naar boven.
Bovendien worden de pieken onregelmatiger.
Over een periode van vijf jaar zal daardoor de hoeveelheid plankton afnemen.

Het broeikaseffect
Het broeikaseffect

De opwarming van de aarde als gevolg van het broeikaseffect kan ervoor zorgen
dat het klimaat in Noord-Europa juist veel kouder wordt.

Niet alleen atmosferische omstandigheden spelen een rol bij klimaatverandering,
maar ook de temperatuur van zeewater.

Die heeft namelijk invloed op oceanische stromingen,
die voor een belangrijk deel de temperatuurverdeling op aarde bepalen.



Japan wil door de aardkorst heen boren
16 januari 2006


Japanse onderzoekers beginnen maandag een speurtocht naar het binnenste van de aarde.
Vanaf een speciaal schip boren ze tot zeven kilometer diep in de oceaanbodem, drie keer dieper dan ooit tevoren.

De oceaanbodem is veel minder dik, ongeveer 5,5 kilometer op de plaats waar de Japanners willen boren,
dan de continentale aardkorst, deze is 25 tot 70 kilometer dik.

De Japanners hopen materiaal op te halen, dat aantoont hoe het leven is ontstaan.

Ook hopen ze meer te weten te komen over aardbevingen
en andere processen op grote diepte onder het aardoppervlak.

Het Japanse project is het eerste dat de aardmantel gaat onderzoeken, de laag na de kilometersdikke aardkorst.
De aardmantel ligt tot ongeveer 2900 kilometer diep vanaf het aardoppervlak.



Noorderlicht
29 december 2005


Wetenschappers hebben in 2004 de röntgensatelliet Chandra een aantal malen
op de aarde gericht, om naar het noorderlicht van onze planeet te kijken.

Het noorderlicht is in het röntgen ook waarneembaar en Chandra heeft voor het eerst
de minder energierijke röntgenstraling ervan opgespoord.

De gekleurde vlek is het noorderlicht
De gekleurde vlek is het noorderlicht

Het noorderlicht ontstaat doordat geladen deeltjes uit de ruimte verstrikt raken
in het aardmagnetische veld en door de magnetische veldlijnen met grote snelheid
in de richting van de polen van onze planeet worden gevoerd.

Eenmaal aangekomen in de atmosfeer botsen deze deeltjes op de daar aanwezige atomen,
wat dus niet alleen zichtbaar licht oplevert, maar ook röntgenstraling.



Extra schrikkelseconde
28 december 2005


Het jaar 2005 duurt één seconde langer dan normaal,
geen 31.536.000 seconden maar 31.536.001 seconden.

In de nacht van 31 december op 1 januari wordt één schrikkelseconde ingelast.

Schrikkelseconden zijn nodig omdat de draaisnelheid van de aarde niet helemaal gelijk is.
De atoomklokken lopen gelijk met de draaiing van de aarde.
In de loop van de tijd draait de aarde een heel klein beetje trager om haar as.


De aarde met de maan

Dit komt doordat de getijdenwerking van de zon en de maan wrijving veroorzaakt.
Ook gletsjers, aardbevingen en andere processen zorgen voor verstoringen van de draaisnelheid.

Als de tijd niet aangepast wordt, zou de zon daardoor steeds later opkomen.
Het is de drieëntwintigste keer dat dit gebeurt en misschien de laatste keer.

De schrikkelseconde van 2005 is misschien de laatste, want Amerika heeft bij de International Telecommunications
Union (ITU) voorgesteld om de schrikkelseconden af te schaffen, maar hier zijn de sterrenkundigen fel tegen.

De sterrenkundigen vinden dat de aarde gelijk moet draaien met de tijd en niet andersom.

Sinds 1972 worden af en toe schrikkelseconden ingelast.
Voor het laatst gebeurde dit 7 jaar geleden.

De invoering van de schrikkelseconde zal overal op de wereld tegelijkertijd gebeuren.

In Engeland vindt het plaats tijdens middernacht, want daar loopt de meridiaan (Greenwich),
daar gaan alle klokken van de wereld uit van de 'Universal Time' (UT) die daar precies 0 is.

Wij bevinden ons in de tijdzone UT+1 (in de zomer +2) en dus zal het bij ons één uur later plaatsvinden,
oftewel op 1 januari om 1:00 uur.

Hieronder kun je zien wat er waarschijnlijk op teletekst te zien is:

  • 00:59:58
  • 00:59:59
  • 00:59:60
  • 01:00:00
  • 01:00:01


Extra seconde
Extra seconde




Oliebrand bij Londen
12 december 2005


Envisat heeft de dikke rookpluimen van de oliebrand gefotografeerd.


Oliebrand in de buurt van Londen

De foto is binnen 5 uur na de brand genomen, 10.45 uur GMT of 11.45 uur Nederlandse tijd.
Het vuur ontstond zondagochtend 6 uur GMT met enorme explosies bij het oliedepot Hemel Hempstead.

Door de wind wordt de rook naar het zuidwesten en zuidoosten verspreid
en verspreid zich al over een gebied van 140 kilometer.



De magnetische noordpool verschuift
10 december 2005


Na 400 jaar redelijke stabiliteit is de magnetische noordpool aan het verschuiven.

Het noorden van het kompas is de laatste 400 jaar ongeveer 1100 kilometer verplaatst,
weg uit de Noordelijke IJszee richting Noord-Canada.

Noordpool
Noordpool

Als dit zo doorgaat zal de magnetische noordpool zich over 50 jaar in Siberië bevinden.
Alaska zal, als dit gebeurt, zijn Noorderlicht kunnen verliezen.

Daar staat tegenover dat in Noord-Azië en Europa het poollicht aan kracht zal toenemen.

Door de bewegingen van de magnetische noordpool staat deze vrijwel nooit gelijk
met de geografische, de werkelijke noordpool.

Het aardmagnetische veld is de laatste 150 jaar ongeveer 10% in sterkte afgenomen.



Enorme ijsschots breekt af
8 november 2005


De Envisat-satelliet heeft radarbeelden gemaakt van de enorme ijsschots B-15A.

De ijsschots brak tien dagen geleden in kleinere ijsschotsen uiteen, nadat hij op 28 oktober
in botsing kwam met het vaste land van Antarctica, Cape Adare.

IJsschots B-15A
IJsschots B-15A

De ijsschots, even groot als de provincie Drenthe, was een restant van
de nog grotere ijsschots B-15.

In maart 2000 brak de enorme ijsschots, B-15, meer dan 180 kilometer lang en een oppervlakte
van 2.500 vierkante kilometer, los van het Ross IJsplateau, deze ligt tegenover Nieuw-Zeeland.

Deze enorme ijsschots B-15 dreef af naar de plek waar veel broedkolonies van de Aledie-pinguïns waren.
Hij heeft lang in dit gebied, McMurdo Island rondgedreven.

In het voorjaar 2005 raakte de ijsschots B-15 op drift en brak uiteen.

Afbrekende Mega-ijsschotsen blokkeerden regelmatig de weg naar zee voor de Aledie-pinguïns,
door gebrek aan open water werden kolonies sterk in aantal teruggebracht.

Iedere honderd jaar breken er ongeveer 20 reuzenijsschotsen af.



CryoSat mislukt
8 oktober 2005


De CryoSat is kort na de lancering in de Noordelijke IJszee gestort, vlakbij Groenland.
Er wordt nu een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van het ongeluk.

De CryoSat kostte de ESA ongeveer 140 miljoen euro
of er een nieuwe satelliet gebouwd wordt is nog niet bekend.



Lancering CryoSat
7 oktober 2005


Op zaterdag 7 oktober 2005 vond de lancering plaats van de CryoSat,
deze satelliet zou het ijs op de noord- en zuidpool onderzoeken.

Bijna drie jaar zou de satelliet metingen doen aan het vaste en
drijvende ijs op de noord- en zuidpool, op een hoogte van 717 kilometer.

Zo moest aan het licht komen in hoeverre de massa van het poolijs
afnam door de opwarming van de aarde.
Het ijsoppervlak lijkt af te nemen, maar over de ijsdikte is weinig bekend.

CryoSat kon tot op 1 à 3 centimeter nauwkeurig bekijken in hoeverre de dikte
van het poolijs de komende drie jaar varieert en kon ook de dikte van het zee-ijs meten.

CryoSat kon geen sneeuw zien, maar hiervoor zouden de gegevens van de sneeuwdiktemetingen
worden gebruikt die de Nederlandse poolreiziger Marc Cornelissen eerder dit jaar voor de ESA verrichtte.